De wijze van behandeling van minderjarigen arrestanten in politiecellencomplexen wordt door de Raad van Korpschefs tegen het licht gehouden. De Raad wil meer uniformiteit brengen in de voorzieningen en regelgeving in de behandeling van minderjarigen door de verschillende politiekorpsen.
Dit schrijft de Raad van Korpschefs aan de Nationale ombudsman Brenninkmeijer en Kinderombudsman Dullaert als reactie op het rapport van de ombudslieden 'Bezoek van ouders aan minderjarigen in politiecellen'. In dat rapport werd aanbevolen dat bij bezoek van ouders aan minderjarige arrestanten in politiecellen fysiek contact zonder beperkingen mogelijk moet zijn.
De aanleiding voor het rapport was de klacht van ouders van een 15-jarige jongen die vanwege de verdenking van een ernstig strafbaar feit in verzekering werd gesteld op het politiebureau in Ede. De ouders gingen iedere dag bij hun zoon op bezoek. Dit bezoek kon alleen maar plaatsvinden in een ruimte waarin zij volledig van elkaar waren gescheiden door een glazen wand. Ouders en zoon hadden hier grote moeite mee. Omdat de ouders van mening waren dat deze situatie niet in overeenstemming is met Kinder- en mensenrechten klaagden zij eerst bij de korpsbeheerder Gelderland-Midden. Vervolgens hebben de ouders een klacht ingediend bij de Nationale ombudsman.
Rond dezelfde tijd kwamen bij de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman signalen binnen dat ook in het arrestantencomplex van de politie Utrecht bezoek van ouders aan hun minderjarige kinderen volledig achter glas plaatsvond. De Nationale ombudsman en de Kinderombudsman hebben daarop gezamenlijk onderzoek gedaan.