De Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, constateert na onderzoek dat meer maatwerk noodzakelijk is voor het vervoer van gehandicapte kinderen naar school. Nu wordt het vervoer door veel gemeenten standaard ingevuld. Er is weinig aandacht voor de specifieke eisen aan het vervoer per kind, waardoor problemen ontstaan en onveilige situaties. De Nationale ombudsman heeft zijn onderzoek gedaan naar aanleiding van signalen van ouders, de Chronisch zieken- en gehandicaptenraad en de FNV.
Leerlingen die wegens hun handicap niet zelfstandig naar school kunnen, kunnen leerlingenvervoer krijgen. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het bieden van dit passende vervoer. In de praktijk ontstaan er regelmatig problemen. Als gehandicapte kinderen worden vervoerd op een wijze die voor hen niet passend is, heeft dat vaak tot gevolg dat zij in de problemen raken en bijvoorbeeld rond gaan lopen en zo gevaar veroorzaken. Niet alleen die kinderen zelf ervaren daar de gevolgen van, maar ook de andere kinderen in de bus, de chauffeur, de ouders van de kinderen en hun leerkrachten op school. De Nationale ombudsman heeft van diverse kanten signalen ontvangen over problemen in het leerlingenvervoer. Die signalen kwamen bijvoorbeeld van ouders van gehandicapte kinderen, de Chronisch zieken- en gehandicaptenraad en de FNV. Deze signalen waren voor de Nationale ombudsman aanleiding om een onderzoek te doen.
Casus: Maarten Touw
In nauwe samenspraak met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen zijn de problemen met het leerlingenvervoer aangepakt met de methode van ´casusadoptie´. De problematische situatie rond een gehandicapt kind, Maarten Touw, en de ervaringen van deze jongen en zijn ouders, zijn een typisch voorbeeld van de problemen van vele gehandicapte kinderen en hun ouders in Nederland. Deze casus vormt het uitgangspunt van het onderzoek.
Speciale kinderen en speciale zorg
De Nationale ombudsman constateert dat maatwerk essentieel is voor een behoorlijke invulling van 'passend' vervoer van gehandicapte kinderen. Het gaat immers om speciale kinderen die speciale zorg nodig hebben. Nu wordt het vervoer door veel gemeenten 'standaard' ingevuld: als een kind recht heeft op vervoer komt hij in een taxibusje terecht met een aantal andere kinderen. Door veel tussenstops en lange ritten zijn de reistijden vaak lang. Niet voor alle kinderen is die wijze van vervoer op te brengen.
Het is de ombudsman gebleken dat bij alle betrokken partijen de bereidheid bestaat om een goede invulling te geven aan het vervoer van gehandicapte leerlingen. Het komt erop aan die bereidheid gezamenlijk om te zetten in een goede werkwijze. De ombudsman doet de gemeenten elf verbeteradviezen hoe meer maatwerk geleverd kan worden. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van de kennis die al over het kind aanwezig is bij scholen en ouders en door het soort vervoer af te stemmen op het kind en diens handicap. De gemeenten zijn ook aan zet als het gaat om het opstellen van regels voor de communicatie tussen ouders en de vervoerder/chauffeur en begeleider.