De vijftienjarige Philip* gaat naar een feest bij zijn hockeyclub. Tot zijn stomme verbazing eindigt zijn avond achterin een politiebusje. Hij heeft handboeien om en wordt met vier anderen afgevoerd naar het politiebureau. Als Philip de volgende dag thuiskomt, vertelt hij zijn verhaal. Hij is aangehouden omdat hij een politieagent zou hebben beledigd. Bovendien stelt de politie dat hij veel te veel heeft gedronken. Er is zelfs een arts bij hem geweest, omdat ze een alcoholvergiftiging vermoedden. Overstuur vertelt Philip over de agenten en het parate peloton die de feestgangers op het parkeerterrein opwachtten. ‘Zelfs de ME-busjes stonden klaar. Alsof we criminelen zijn. Ze dreven ons met knuppels voor zich uit.’ Hij had geen agent beledigd. ‘Nee joh, Erik is Ajax-fan dus die riep iets over Joden. Toen begon ik over kankerjoden. Een geintje.’
Philips vader is woedend. Zijn zoon drinkt nooit meer dan twee glazen bier en zeker niet als hij de volgende dag competitie moet spelen. Tijdens hockeyfeesten kán iemand onder de zestien niet eens drinken, dankzij het polsbandjessysteem. Ouders houden hierop toezicht. Omdat de politie zijn klacht ongegrond verklaart, schrijft hij mij. Tijdens mijn onderzoek vertelt de politie dat er de laatste tijd verschillende incidenten bij de hockeyclub waren. Er zijn vechtpartijen geweest en omwonenden hebben geklaagd over vernielingen en overlast. En eerder die avond is de wijkagent gewaarschuwd. Eén van de feestgangers zou door een groep worden opgewacht om in elkaar geslagen te worden. Genoeg redenen om een subgroep van het parate peloton van de politie in te zetten.
Mijn onderzoek wijst uit dat toen ze naar buiten kwamen, de jongeren is gevraagd om naar huis te gaan. Zo’n 150 uitgelaten jongeren blijven, ook als het verzoek via de speaker van de bus wordt gedaan. Spreekkoren klinken, stadionfakkels branden. Sommige jongeren zijn zo dronken dat ze omvallen. De politie gaat over op zachte dwang, met handen op schouders en een enkele por van de wapenstok. Dat lijkt mij gezien de omstandigheden een passende aanpak.
De groep schreeuwt beledigingen, waarbij de jongeren de politie recht aankijken. Een politieagente verklaart dat Philip haar ‘kankerhoer’ noemt. Ze neemt hem mee naar een busje dat eigenlijk niet berekend is op vervoer van verdachten. Omdat er meer jongeren zijn aangehouden, die allemaal naar alcohol ruiken, wordt iedereen geboeid. Dronken jongeren kunnen onberekenbaar zijn en de politie wil de jongens rustig en veilig vervoeren. Onder deze omstandigheden is boeien terecht.
Ongetwijfeld is Philip thuis een prima jongen. Maar de verklaringen van de politie laten een andere kant van hem zien. Tussen die balorige leeftijdsgenoten heeft ook Philip zich misdragen. Ik vind dat de politie goed heeft gehandeld. Ik krijg vaker klachten van mensen die, onder invloed en overmoedig, de aanwijzingen van de politie hebben genegeerd. Bij overlast moet de politie optreden. Iedereen heeft dat te respecteren. De manier waarop de politie Philip heeft behandeld is passend.
* Om privacyredenen is de naam veranderd
De persoon op de foto is niet de persoon uit deze column