Nederlanders in buitenland gedupeerd door slechte uitvoering zorgverzekeringswet

Op deze pagina

    Nieuwsbericht
    Foto van overleg van vier mensen aan tafel

    Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) heeft voor Nederlanders die in het buitenland wonen de nieuwe Zorgverzekeringswet slecht uitgevoerd. Dit concludeert de Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, na onderzoek. Een grote groep van voornamelijk gepensioneerde Nederlanders heeft door toedoen van het CVZ lang in onzekerheid gezeten over hun zorgverzekering. Voor hen was onduidelijk of en door wie hun medische kosten zouden worden vergoed. De Nationale ombudsman doet het CVZ aanbevelingen om de dienstverlening aan deze Nederlanders te verbeteren.

    Nederlanders die in het buitenland wonen en zich voor ziektekosten willen verzekeren, moeten zich volgens de nieuwe Zorgverzekeringswet inschrijven bij het ziekenfonds van het land waar zij wonen. Daarvoor hebben zij van het CVZ een speciaal Europees formulier nodig, het E121-formulier. Zonder dit formulier kan iemand zich niet verzekeren. Begin 2006 ontving de Nationale ombudsman veel klachten van vooral gepensioneerde mensen die juist vanwege hun leeftijd afhankelijk zijn van zorg. Doordat zij het benodigde formulier niet hadden ontvangen, was voor hen onduidelijk of en door wie medische kosten zouden worden vergoed.

    Knelpunten

    De begin 2006 ingevoerde Zorgverzekeringswet bracht voor het CVZ een aantal nieuwe taken met zich mee ten aanzien van Nederlanders die in het buitenland wonen. Uit onderzoek van de Nationale ombudsman blijkt dat het CVZ geen controle had over de uitvoering van deze taken. Veel mensen hadden geen inschrijfformulier ontvangen, omdat het CVZ bij de invoering van de wet niet precies in beeld had op welke groep mensen de wet betrekking had. Aanvankelijk werd aangenomen dat het ging om 50.000 mensen, terwijl het uiteindelijk bleek te gaan om ruim 90.000 mensen.

    De informatie voor verzekerden in het buitenland schoot te kort en het ging organisatorisch mis: mailings bevatten tegenstrijdige informatie; het CVZ was telefonisch nauwelijks bereikbaar; ingestuurde formulieren konden niet snel genoeg worden verwerkt en de heffing en inning van de verschuldigde bijdragen was niet georganiseerd.

    Trend: burger delft onderspit

    Het onderzoek naar het CVZ legt een trend bloot die de Nationale ombudsman ook bij andere grootschalige wetswijzigingen ziet: de wet komt er wel, maar de belangen van de burgers delven het onderspit. De Nationale ombudsman vindt dat burgers niet de dupe mogen worden van de invoering van nieuwe wetten. In dit geval doet hij het CVZ een aantal praktische aanbevelingen om de uitvoering te verbeteren en het belang van de burger meer voorop te stellen.