Frits* heeft twee jaar bij een tuincentrum gewerkt. Daar heeft hij een klein pensioen opgebouwd. Toen Frits een andere baan kreeg, kocht de pensioenuitvoerder van het tuincentrum zijn pensioen af. Dat betekent dat Frits al zijn pensioengeld van het tuincentrum in één keer op zijn rekening kreeg. Als hij straks mag stoppen met werken, krijgt Frits dus geen pensioen meer uit zijn tijd bij het tuincentrum. Frits zet het geld van de afkoopsom opzij voor later, en denkt er verder niet meer aan.
Dat verandert als Frits bijna een jaar later een brief over zijn huurtoeslag krijgt. Hij schrikt zich rot, want hij moet zijn hele huurtoeslag over het vorige jaar terugbetalen. Dat is ruim 2000 euro! Hoe kan dat nou?
Wat blijkt: de Belastingdienst heeft het pensioengeld bij het inkomen van Frits geteld. Daardoor komt hij boven de inkomensgrens voor de huurtoeslag uit. En dus moet hij alles terugbetalen. Frits heeft er buikpijn van. Het geld dat bestemd was voor zijn pensioen, moet hij nu gebruiken om de huurtoeslag terug te betalen. Dat is toch niet eerlijk?
Frits belt ons om te vragen wat hij kan doen. Collega Jop vertelt hem dat er een regeling is voor situaties zoals die van Frits. Als je 'bijzonder inkomen' hebt, zoals de afkoopsom van een klein pensioen, kun je aan de Belastingdienst vragen om dat bedrag niet bij je inkomen te tellen. Die regeling geldt alleen voor de huurtoeslag.
Maar als je van deze regeling gebruik wilt maken, moet je dat zelf aanvragen. Dat moet heel snel: je hebt maar zes weken de tijd vanaf de datum dat je de brief krijgt waarin staat dat je moet terugbetalen. En Frits belt ons na acht weken… Hij is dus te laat.
Regelmatig krijgen we mensen zoals Frits aan de telefoon, die niet weten dat de regeling voor 'bijzondere situaties' voor de huurtoeslag bestaat. Als ze erover horen, zijn die zes weken vaak al voorbij. Wij vinden een aanvraagtermijn van zes weken dan ook veel te kort. Zeker omdat je normaal gesproken vijf jaar de tijd hebt om herziening te vragen van een toeslagbeslissing.
We hebben daarom een brief over dit probleem gestuurd naar minister Ollongren van Binnenlandse Zaken. We hebben haar gevraagd om een oplossing voor mensen zoals Frits. Want een regeling die moet voorkomen dat mensen in de financiële problemen komen, moet ook echt toegankelijk zijn. Daarom willen wij dat de Belastingdienst voorlopig ook mensen die na zes weken een aanvraag doen tegemoet komt. Zodat mensen als Frits niet meer achter het net vissen, met alle financiële gevolgen van dien.
* Gefingeerde naam
De personen op deze foto zijn niet de personen uit deze column
Deze column is eerder geplaatst in de Telegraaf van zaterdag 12 januari jl.