Francine (niet de echte naam) woont samen met haar meerderjarige dochter, Marije (niet de echte naam). Ze leven allebei van een uitkering. Dat geld komt op een gezamenlijke bankrekening voor het betalen van de huur, energie, gas, eten en drinken. Francine heeft een hartinfarct gehad en is daarvan aan het herstellen. Ze moet eigenlijk ook een oogoperatie, maar ze heeft niet genoeg geld om naar het ziekenhuis te gaan.
Marije heeft meerdere schulden, waaronder een achterstand van €500 in de betaling van de ziektekostenpremie. Haar zorgverzekeraar, VGZ, heeft aanmaningen gestuurd, maar er is toen niet betaald. Met een rechtbankprocedure als gevolg. Marije heeft zich in die rechtszaak niet verdedigd. Daardoor moet ze niet alleen die €500 betalen, maar ook alle proceskosten die VGZ heeft gemaakt. Ook bijna €500. Voor haar een ongekend hoog bedrag!
VGZ legt op basis van dat vonnis beslag op de bankrekening, maar houdt geen rekening met de beslagvrije voet; het stukje geld dat je over moet houden voor je eerste levensbehoeften. Dat hoeft ook niet van de wet. Maar Francine en Marije raken direct in financiële problemen en hebben geen geld meer voor onder meer eten en drinken.
In 2017 heeft de Nationale ombudsman afspraken gemaakt met de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders en verschillende overheidsdiensten zodat bij noodsituaties ook bij beslag op een bankrekening de beslagvrije voet wordt toegepast. Dan moet men wel vragen die beslagvrije voet toe te passen en gegevens aanleveren voor het uitrekenen van die beslagvrije voet. Francine had al contact gezocht met de deurwaarder, maar dit ging niet snel genoeg. Het scheelde niet veel of moeder en dochter hadden letterlijk geen geld meer voor eten en drinken. De nood was dus hoog!
Er is een wet in voorbereiding waarbij je ook bij bankbeslag recht hebt op een beslagvrij bedrag. Het duurt nog enige tijd voordat die wet in werking treedt. Ondertussen zijn er veel burgers die in de knel kunnen komen te zitten. Zoals Francine en Marije. Dat kan natuurlijk niet!
Medewerker Edwin (niet de echte naam) benaderde de deurwaarder om duidelijk te maken dat Francine en Marije altijd geld moeten overhouden voor eten en drinken. Twee werkdagen later betaalde de deurwaarder €517,82 terug, zodat moeder en dochter zich in ieder geval konden redden tot de volgende uitbetaling van de uitkeringen. Het zou mooi zijn als deurwaarders zelf bedragen gedeeltelijk niet innen. Mensen moeten altijd eten en drinken kunnen kopen. Kom maar op met die wet, dan is het beslagvrije bedrag tenminste officieel geregeld.
De persoon op de foto is niet de persoon uit deze column
Deze column is verschenen in de Telegraaf van zaterdag 5 oktober 2019.
