Daan en Emma (niet de echte namen) hebben een dochter die speciale zorg nodig heeft. Deze zorg betalen zij van het persoonsgebonden budget (pgb). Op een sombere dag krijgen zij bericht van het Zorgkantoor Eindhoven. Het pgb blijkt een tijd dubbel te zijn uitgekeerd. Eén keer direct aan Daan en Emma. Maar tegelijk ook aan de zorginstelling van hun dochter. Dit hadden ze niet door. Nu moeten ze ruim € 15.000 terugbetalen in termijnen van bijna 425 euro per maand, drie jaar lang.
Het Zorgkantoor laat deze maandbetalingen direct ingaan. Daan en Emma zitten met hun handen in het haar. Beiden zijn net hun baan verloren en kunnen dit bedrag gewoon niet missen. Ze stellen daarom het Zorgkantoor een lager maandbedrag voor. Maar zonder resultaat. Ze dreigen nu financieel onderuit te gaan en leggen hun zaak als laatste reddingspoging aan mij voor. Ze vinden dat het Zorgkantoor de betalingsregeling aan moet passen aan hun benarde financiële situatie.
Ik vraag het Zorgkantoor om een passende oplossing. Want overheidsinstanties moeten oplossingsgericht naar de situatie van burgers kijken en mogen niet star vasthouden aan hun eigen regels. Bijvoorbeeld door af te zien van een betalingsregeling van maximaal 36 maanden. Het Zorgkantoor reageert uiteindelijk zeer positief. Ze laten weten dat ze hebben gebeld met Daan. Ze waarderen het dat hij een tegenvoorstel voor het verschuldigde maandbedrag heeft gedaan. En komen met hem een maandbedrag overeen dat past bij de financiële situatie van zijn gezin. Elk jaar zullen ze ook in overleg met hen bekijken wat financieel haalbaar is en of een nieuwe regeling nodig is. Bovendien past het Zorgkantoor gelijk haar regels aan om zulke situaties in de toekomst te voorkomen.
Een goede actie van het Zorgkantoor, met een mooi resultaat voor Daan en Emma. Maar deze zaak staat niet op zichzelf. Steeds meer mensen met financiële problemen komen bij mij met klachten over de manier waarop de overheid zich als schuldeiser opstelt. Bijvoorbeeld bij het terugvorderen of verrekenen van toeslagen of uitkeringen. Daarom heb ik afgelopen week het rapport 'In het krijt bij de overheid' uitgebracht. Dit gaat over de manier waarop de overheid verstandig schulden kan invorderen en daarbij voldoende oog houdt voor de gevolgen voor de persoon in kwestie.
Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen schulden, want die heb je zelf gemaakt. Maar in de praktijk is dat niet altijd zo simpel. Onvoorziene tegenslagen zoals werkloosheid, hypotheekproblemen, scheiding, ziekte en onverwachte terugvorderingen van de overheid: allemaal mogelijke oorzaken van het ontstaan en verergeren van schulden. Natuurlijk moet terugbetaald worden wat teveel is uitbetaald. Maar de overheid is ook een bijzondere schuldeiser, die oog moet hebben voor de belangen van burgers. En als mensen financieel onderuit gaan, is dat ook voor de overheid niet goed: van een kale kip valt niet te plukken!
De personen op deze foto zijn niet de personen uit deze column