Elke ochtend als Ruud* in de spiegel kijkt en het litteken op zijn voorhoofd ziet, wordt hij pijnlijk herinnerd aan die gruwelijke nacht van 20 jaar geleden. Zonder aanleiding probeerde een man hem van het leven te beroven door hem met een zwaar voorwerp toe te takelen. Die nacht heeft zijn leven voorgoed veranderd…
Boeten voor misdaad
Na jaren van pijnlijke en moeizame revalidatie is Ruud tot op de dag van vandaag - zowel lichamelijk als psychisch - nog niet hersteld. De dader is destijds veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden, maar Ruud heeft zijn schade niet van de dader vergoed gekregen. Ruud vermoedt dat hij zijn straf nog altijd niet heeft uitgezeten. De dader is toen namelijk met de noorderzon naar het buitenland vertrokken. Ruud hoort dat de dader in een riante bak door Nederland toert. Eindelijk kan hij boeten voor zijn misdaad, denkt Ruud. Hij vraagt aan de officier van justitie hoe het in hemelsnaam kan dat de dader nog vrij rond loopt en vraagt om hem alsnog op te pakken. Het Openbaar Ministerie (OM) antwoordt dat ze niet weten of de dader zijn straf heeft uitgezeten. Het dossier is vernietigd. Punt. Als Ruud dat leest breekt zijn klomp. 'Dit is toch niet te bevatten?', schrijft hij mij.
Goede slachtofferzorg
Met verbijstering lees ik Ruuds brief: ik vind het onverteerbaar dat justitie niet kan nagaan of deze dader zijn straf heeft uitgezeten. Bovendien snap ik niets van de botte opstelling van het OM. Waar staan zij voor? Reden om de minister hierover vragen te stellen. Hij laat mij weten dat informatie over het uitzitten van de straf alleen aan de dader, en dus niet aan Ruud als slachtoffer, mag worden verstrekt. Ik vraag mij af of het OM zich wel realiseert hoe zo'n reactie overkomt op Ruud. En laat zelfs de wet niet toe dat Ruud te horen krijgt of de straf wel of niet is uitgezeten? Ik weet dat Justitie goede zorg voor slachtoffers belangrijk vindt. Hieronder valt volgens mij ook goede informatie voor het slachtoffer. Het OM had niet mogen volstaan met een briefje met de mededeling dat het dossier vernietigd was. Op z'n minst had het OM in gesprek moeten gaan met Ruud. Ruud moet toch weten waarom Justitie er niet voor gezorgd heeft dat hij de essentiële informatie over de uitvoering van de straf niet meer kan krijgen. In dat gesprek had Justitie ook kunnen inzien dat ze Ruud compleet in de kou laten staan.
Ik heb de minister gevraagd om met Ruud contact op te nemen en alsnog met hem in gesprek te gaan. Het zal u niet verbazen dat het vertrouwen van Ruud in Justitie tot een dieptepunt is gedaald. Ik zal hem na het gesprek met Justitie bellen om te vragen hoe het ermee staat.
* Gefingeerde naam
De persoon op de foto is niet de persoon uit deze column