'Zeg, ken jij de mosselman?'. Nee, ik bedoel niet die uit Scheveningen van het kinderliedje. Ik stel u mijn mosselman Leo* voor. Hij houdt zich bezig met innovatieve en duurzame mosselvisserij. Maar omdat hij zich bij het uitvoeren van zijn plannen gedwarsboomd voelt door de overheid, komt hij met zijn verhaal bij mij terecht.
Leo schrijft mij dat hij al een aantal jaar een vergunning probeert te krijgen voor een innovatief mosselzaadproject maar dat hij steeds bot vangt. In 2007 heeft hij een aanvraag ingediend bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) om een gedeelte van het Noordzeegebied te pachten voor mosselzaadvangst. Hij doet dit bij LNV omdat de Dienst Domeinen van het Ministerie van Financiën hem daar naar heeft verwezen. Maar LNV wijst zijn aanvraag af en laat weten dat Leo met zijn pachtaanvraag toch bij de Dienst Domeinen moet zijn. Leo stuurt zijn aanvraag door. Als hij dan eindelijk – na ruim een half jaar wachten – een reactie krijgt, blijkt dat Domeinen hem wel een vergunning als rechthebbende van de Noordzee kan geven. Maar hiervoor moet hij eerst in het bezit zijn van een andere ‘publiekrechtelijke’ vergunning. Later blijkt dat hij hiervoor weer een vergunning bij LNV én bij Rijkswaterstaat moet aanvragen. Kortom: complex en alles behalve duidelijk.
Leo klaagt er bij mij over dat beide instanties geen duidelijkheid geven over waar hij zijn pachtaanvraag kan indienen. In plaats van hem gewoon verder te helpen, blijven zij naar elkaar verwijzen. En in de tussentijd is Leo al een paar maal het mosselzaadseizoen misgelopen. Hij baalt want hij wil immers zijn brood verdienen met zijn mosselproject.
Het verhaal van Leo maakt voor mij maar weer eens duidelijk hoe het mis kan gaan tussen de burger en de overheid. Een burger wil iets ondernemen, is afhankelijk van ‘de overheid’ voor bijvoorbeeld een vergunning en wordt door allerlei instanties van het kastje naar de muur gestuurd. Die instanties weten vaak hoe de regels in elkaar zitten en zouden daarom met gemak de burger een beetje op weg kunnen helpen. De zaak van Leo laat zien dat beide ministeries hem onvoldoende hebben geïnformeerd over de vergunningen waarover hij zou moeten beschikken en hoe hij die krijgen kan. Daarnaast vind ik dat het veel te lang heeft geduurd voordat Leo een reactie van Domeinen kreeg.
Ik beveel de minister van LNV en de minister van Financiën aan om bij zulke complexe zaken in een vroeg stadium met elkaar af te stemmen. Op die manier kunnen zij burgers goed en tijdig informeren over het te volgen traject. In Leo's zaak hebben beide ministeries inmiddels overlegd en op een rij gezet welke procedure hij moet doorlopen voor zijn pachtaanvraag. Nu is Leo aan zet om de aanvraag in te dienen. Ik wens Leo van harte toe dat zijn doorzettingsvermogen beloond wordt en dat het hem lukt om zijn innovatieve en duurzame mosselzaadproject te realiseren.
* Om privacyredenen is de naam veranderd