Vijf jaar geleden begon de Nationale ombudsman een onderzoek naar de schrijnende situatie van vrouwen in de opvang. Een reconstructie van de lange weg naar verbeteringen en resultaten.
De reconstructie samengevat
De overheid moet er voor iedereen zijn. Oók voor kwetsbare burgers, zoals de 12.000 vrouwen die jaarlijks in de vrouwenopvang terechtkomen. Maar maakt de overheid dat waar?
- De Nationale ombudsman krijgt in 2016 dringende signalen vanuit de hulpverlening: veel vrouwen in de vrouwenopvang zouden in armoede leven. De ombudsman vindt dit zorgelijk en start uit eigen beweging een onderzoek. Waar lopen de vrouwen tegenaan? Voor, tijdens én na hun verblijf in de opvang?
- De uitkomsten van het onderzoek zijn schrijnend. Het is voor vrouwen in deze situatie bijna onmogelijk zelfstandig hun weg te vinden. De ombudsman constateert verschillende problemen vóór, tijdens en na de opvang. Zo is het regelen van een eigen inkomen voor de vrouwen ingewikkeld. Dit duurt lang en zorgt voor administratief gedoe.
Vaak nemen de schulden van de vrouwen tijdens de opvang alleen maar verder toe. Ook de hulpverlening aan hun kinderen duurt lang. De vrouwen hebben veel meer ondersteuning nodig dan de overheid denkt. En verlaten vrouwen de opvang? Dan komen ze moeilijk aan een woning.
- De Nationale ombudsman komt in 2017 met oplossingsrichtingen voor verbetering en aanbevelingen voor overheden. Na een jaar blijkt dat er nog weinig is verbeterd. Dus start de ombudsman eind 2018 een vervolgonderzoek. Langzaam komt er schot in de zaak. Bij de publicatie van het tweede rapport ‘Vrouwen uit de knel?’ in 2019 hebben de betrokken partijen voor een aantal verbeteringen gezorgd.
- Nu, twee jaar later, blijkt dat de urgentie van de problemen goed op de kaart staat. De betrokken partijen zijn doordrongen van het feit dat zaken moeten veranderen. Samen werken ze aan het oplossen van de financiële knelpunten.
- Sommige problemen zijn opgelost. Zo krijgen de vrouwen eerder toeslagen waar ze recht op hebben.
- Aan andere knelpunten wordt hard gewerkt. Zoals het in aanmerking komen voor de schuldhulpverlening. Deze problemen zijn niet zo makkelijk op te lossen.
- De uitstroom van vrouwen naar een betaalbare woning blijft vanwege het algehele woningtekort een aandachtspunt.
Hoe komt de Nationale ombudsman aan deze conclusies?
Wat gaat er mis in de vrouwenopvang? En wat betekent zijn werk voor de vrouwen en de hulpverlening? Dat zetten we uiteen in dit artikel.
Daarvoor nemen we je eerst mee in het verhaal van Sara*. Zij wordt mishandeld door haar man en vlucht met haar kinderen naar een vrouwenopvangcentrum.
Het verhaal van Sara (35)
“Ik word mishandeld door mijn man. Op een dag is het genoeg. Als hij mijn zoontje een klap geeft, knapt er iets bij mij. Van mijn kinderen moet hij afblijven. Ik pak onze spullen en vertrek.
Bij vrienden slapen is lastig. En mijn familie woont ver weg. Dus ga ik met Ravi en Soraya naar een vrouwenopvang. Dat lijkt me een veilige plek. Hopelijk kunnen ze me daar verder helpen.”
Veel papieren
“Als ik aankom, moet ik allemaal papieren ondertekenen. Ze zien er ingewikkeld uit. Het zijn een verblijfs- en geheimhoudingsovereenkomst en machtigingen, blijkt later. Maar op dat moment heb ik geen idee. Ik zet mijn handtekening maar gewoon. Anders moet ik hier straks weg.”
Inkomen regelen
“De medewerkers zijn heel aardig voor me. Ik kom een beetje tot rust. Wel moet er een hoop geregeld worden, want de opvang is tijdelijk. Uiteindelijk moet ik zelf een huis gaan huren.
Ook kom ik erachter dat ik een eigen bijdrage moet betalen voor de opvang. Ik heb dus geld nodig. Sara, vrouw in de opvang:
"De gemeente wil me niet helpen, ze vinden mijn situatie te onzeker"
Volgens de mensen van de opvang kan ik een bijstandsuitkering aanvragen. Daarvoor moet ik mijn adres invullen. Maar welk adres? Als ik het adres invul waar ik woonde, komt mijn man vast langs. Dat wil ik niet. Gelukkig kan iemand van de opvang wat geld voorschieten.”
Steeds meer schulden
“Later hoor ik dat ik misschien ook recht heb op toeslagen. Zorgtoeslag en het kindgebonden budget, bijvoorbeeld. Maar daarvoor moet ik eerst scheiden van mijn man. Anders telt zijn inkomen ook mee. Maar ik kan nu echt niet zomaar scheiden.
Ondertussen worden mijn schulden steeds hoger. Ik heb dubbele woonlasten en geen werk. De gemeente wil me niet helpen, want ze vinden “mijn situatie onzeker”. Ik raak steeds meer in paniek.
Ook mijn kinderen hebben hulp nodig. Maar daar is weer een ander geldpotje van de overheid voor. Wat een gedoe. De wachtlijsten voor hulp zijn ook heel lang. En officieel moet mijn man daar toestemming voor geven. Maar mijn man spreken? Dat weiger ik.”
Weinig sociale huurwoningen
“Gelukkig komt er iets meer duidelijkheid over mijn financiën. Ik begin zelfs al te dromen over een eigen huisje. Maar dan komt er een nieuw probleem: er zijn weinig betaalbare huurwoningen. En de gemeente doet moeilijk over mijn schulden.
Ook moet ik een urgentieverklaring hebben om te huren. Daarvoor moet ik eerst aangifte doen tegen mijn man. Dat durf ik niet. Wat als hij ons opzoekt?”
Andere gemeente?
“Ik vraag de gemeente of ik bij mijn zus in de buurt kan wonen. Daar voel ik me veilig. Maar dat kan niet, want daar kom ik niet vandaan. En als het wel mag, moet ik opnieuw een uitkering en schuldhulpverlening aanvragen.
Dit is toch niet normaal? Misschien moet ik maar gewoon terug naar mijn man…”
* Sara is een fictief personage, maar haar ervaringen zijn gebaseerd op de bevindingen uit het onderzoek van de Nationale ombudsman.
2016: signalen over (financiële) problemen in de vrouwenopvang
Sara is niet de enige met zo’n verhaal. Jaarlijks komen ongeveer 12.000 vrouwen noodgedwongen in de opvang terecht. Vaak met hun kinderen. Ze zijn mishandeld en hebben vaak psychische en financiële problemen.
Een kwetsbare groep, dus.
Problemen met de overheid
Volgens de Nationale ombudsman lopen juist kwetsbare groepen vaak tegen problemen met de overheid aan. Dat komt onder andere naar voren in zijn onderzoek naar kwetsbare burgers die te maken hebben met problematische schulden (2016).
Wat blijkt? De overheid gaat ervan uit dat elke burger zichzelf goed kan redden. Maar in de praktijk is dat niet zo. Veel mensen vinden de financiële wetten en regels van de overheid (te) ingewikkeld. Daardoor zijn ze extra kwetsbaar voor financiële problemen.
Vrouwen als Sara horen ook bij die groep. Dat wordt duidelijk als de Tweede Kamer de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) evalueert. Daarbij wordt het onderzoeksrapport over burgers met schulden ook besproken.
"Het is choquerend dat vrouwen in de opvang in armoede leven" – Sadet Karabulut, voormalig Tweede Kamerlid
Kamervragen
Kamerlid Sadet Karabulut (SP) maakt zich zorgen. Volgens haar hebben veel vrouwen in de opvang financiële problemen. En leven ze zelfs onder de armoedegrens. Dat zou komen door ingewikkelde wetten en regels van de overheid.
Martin van Rijn is in die periode staatssecretaris van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport (VWS). Cijfers over vrouwen in de opvang met schulden heeft hij niet. Volgens hem is het allemaal goed geregeld in de opvang.
Hij kon er niet verder naast zitten.
Alarmerende brief
Ondertussen krijgt de ombudsman een alarmerende brief van Fier. Dat is een expertise- en behandelcentrum voor slachtoffers van geweld. Ook Fier maakt zich zorgen: vrouwen in de opvang zouden regelmatig te maken hebben met lastige wet- en regelgeving van de overheid. Het gevolg? Ze raken steeds verder in de schulden en leven in armoede.
Een officieel onderzoek
De ombudsman neemt deze signalen serieus. Hij start een onderzoek. Waar lopen vrouwen tegenaan vóór, na en tijdens hun verblijf? En wat mogen ze daarbij van de overheid verwachten?
Dat wil hij tot op de bodem uitzoeken.
Informatie ophalen uit de praktijk
Een team van onderzoekers gaat aan de slag. Ze nemen allerlei beleidsdocumenten en kamerstukken door. Ook bezoeken ze acht locaties voor vrouwenopvang en de gemeenten waar die locaties onder vallen.
“Dat was heel waardevol”, vertelt Annemarie Tuzgöl. Zij is projectleider van het onderzoeksteam. “De vrouwen hebben allerlei problemen met de overheid, maar trekken zelf niet snel aan de bel. Logisch, want ze zijn aan het overleven. Dan denk je niet: laat ik eens een klacht indienen bij de Nationale ombudsman. Daarom was het goed om van de vrouwen zelf te horen wat er allemaal misgaat.”
Daarnaast spraken Annemarie en medeonderzoeker Jeanine Stam met instanties en organisaties die betrokken zijn bij de vrouwenopvang. En dat zijn er heel wat. Denk aan:
- De ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
- De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG)
- De Kinderombudsman
- De ombudsman Metropool Amsterdam
- Brancheorganisaties, zoals de Federatie Opvang (nu: Valente)
- Het samenwerkingsverband van de Inspecties Veiligheid en Justitie, Jeugdzorg, Onderwijs, Gezondheidszorg en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (TSD/STJ)
Zomer 2017: de belangrijkste conclusies uit het rapport
De ombudsman rondt zijn rapport af in de zomer van 2017. Zijn belangrijkste conclusie?
Ingewikkelde wetten en regels van de overheid bezorgen vrouwen in de opvang grote problemen.
En wel hierom:
1. Wetten en regels sluiten niet aan op het dagelijks leven van de vrouwen
Vrouwen in de opvang krijgen te maken met allerlei wetten en regels van de overheid. Op zichzelf zijn die wetten niet per se ingewikkeld. Maar samen zorgen ze voor grote problemen.
Allereerst krijgen vrouwen zonder rechtmatige verblijfstitel geen toegang tot de opvang. Maar dat klopt niet, volgens internationale afspraken en richtlijnen.
Daarnaast komen vrouwen lastig aan inkomen. Denk aan een bijstandsuitkering, kinderbijslag of toeslagen. De administratie van deze aanvragen is erg ingewikkeld. Daardoor duurt het lang voordat vrouwen hun inkomen krijgen. Ondertussen nemen hun schulden alleen maar toe.
Precies waar Sara ook tegenaan loopt.
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
"Op papier is het goed geregeld, maar de praktijk wijst anders uit. De administratieve werkelijkheid van de overheid sluit niet aan op de leefsituatie van vrouwen in de opvang, die is immers moeilijk te vatten in de verschillende regelingen en procedures" – Reinier van Zutphen, Nationale ombudsman
2. Professionals missen kennis
Een tweede probleem: professionals hebben niet genoeg kennis van regelingen. En ook niet van de financiële situatie van vrouwen in de opvang. Medewerkers van gemeenten of de Belastingdienst bijvoorbeeld, verstrekken bijstandsuitkeringen of toeslagen te laat. Omdat ze te weinig rekening houden met de persoonlijke situatie van de vrouwen.
Het gevolg? Vrouwen moeten soms jaren later veel geld terugbetalen. Hun schulden worden daardoor alleen maar erger.
Verder kunnen vrouwen die de opvang verlaten, lastig een betaalbare woning vinden. In heel Nederland zijn er weinig sociale huurwoningen. En vrouwen krijgen van een gemeente niet altijd voorrang op een woning (met een urgentieverklaring). Ook al hebben ze daar wel recht op. Bovendien moeten ze in een nieuwe gemeente soms opnieuw een uitkering aanvragen.
Een hoop gedoe.
"De regelgeving houdt er geen rekening mee dat de vrouwen hals-over-kop vluchten. De bureaucratie die door alle regels ontstaat, werkt in de hand dat vrouwen en kinderen in een situatie van armoede en schulden terechtkomen" – Anke van Dijke, directeur Fier (quote is afkomstig van fier.nl)
3. Rechtsbescherming van de vrouwen staat onder druk
Komt een vrouw in de opvang terecht? Dan moet de gemeente een beschikking afgeven. Dat is een document waarin staat of de vrouwen in de opvang terechtkunnen. En dat vrouwen een eigen bijdrage moeten betalen voor de opvang.
Veel gemeenten geven geen beschikking af. Daardoor weten de vrouwen vaak niet dat ze een eigen bijdrage moeten betalen. En zo ja, hoe hoog die is.
Bovendien: als gemeenten geen beschikking afgeven, weten vrouwen ook niet dat ze bezwaar mogen maken. Bijvoorbeeld tegen de hoogte van die eigen bijdrage.
En ondertussen blijven hun schulden maar toenemen…
"Het systeem is gericht op mensen die wel zelfredzaam zijn. De mensen die de hulp écht nodig hebben, vallen buiten het systeem. Omdat ze bijvoorbeeld nog midden in een scheiding zitten. Buiten de lijntjes denken, ho maar" - Hanneke Bakker, Blijf Groep
4. Vrouwen kunnen zichzelf niet zo goed redden als de overheid denkt
De overheid gaat ervan uit dat elke burger zichzelf goed kan redden. Maar voor kwetsbare mensen als vrouwen in de opvang geldt dat vaak niet. Hun situatie is onzeker en stressvol, zoals Sara vertelt.
De vrouwen krijgen te maken met ingewikkelde regelingen. Daar hebben ze meer ondersteuning bij nodig. Bijvoorbeeld van een onafhankelijke cliëntondersteuner of schuldhulpverlener. Soms hebben de kinderen in de opvang professionele hulp nodig. Maar de wachtlijsten daarvoor zijn erg lang. Ook stemmen vaders niet altijd in met een hulpverleningstraject.
Het probleem integraal aanpakken
Het onderzoek maakt pijnlijk duidelijk dat het voor vrouwen in de opvang nog niet allemaal goed is geregeld.
Ook valt het de ombudsman op dat instanties de regels vooral vanuit hun eigen perspectief uitvoeren. Terwijl het juist zo belangrijk is om samen te werken. En om de problemen als geheel aan te pakken. Integraal, dus.
Tekst gaat verder onder de infographic.
Dringend verzoek aan het ministerie van VWS en SZW
De ombudsman bespreekt zijn bevindingen met de betrokken partijen. Daarna publiceert hij zijn rapport en doet hij aanbevelingen aan VWS en SZW.
Verder doet hij een dringende oproep aan de staatssecretaris van VWS. Die is namelijk stelselverantwoordelijk voor de vrouwenopvang. “Neem de leiding en ga aan de slag met de knelpunten’, zegt de Nationale ombudsman. “Betrek de instanties. En neem daarbij mijn oplossingsrichtingen mee.”
Die oplossingsrichtingen zijn:
- Regel meer structureel overleg tussen gemeenten en vrouwenopvanglocaties. Zij moeten regels samen uitvoeren én samen maatwerkoplossingen bedenken.
- Zorg ervoor dat alle professionals kennis hebben van de financiële problemen en regelingen waarmee vrouwen in de opvang te maken krijgen.
- Laat gemeenten standaard een beschikking afgeven.
- Zet onafhankelijke cliëntondersteuners in. Zij kunnen bekijken wat nodig is om een vrouw (en haar kinderen) te helpen.
- Zet schuldhulpverlening zo snel mogelijk in gang als vrouwen schulden hebben.
- Verbeter de samenwerking tussen gemeenten en hulporganisaties. Zo kunnen vrouwen sneller uitstromen naar een andere gemeente en ook daar financiële hulp krijgen.
De ombudsman vraagt de staatssecretaris van VWS binnen drie maanden op dit rapport te reageren én aan te geven welke stappen hij gaat ondernemen.
In zijn rapport doet hij daarnaast een oproep aan de gemeenteraden in Nederland: “Laat het college van Burgemeesters & Wethouders u vertellen hoe het ervoor staat met de vrouwenopvang in uw gemeente. En welke stappen er worden gezet naar aanleiding van dit rapport.”
Ook biedt hij het rapport aan de Tweede Kamer aan. Begin november 2017 licht de ombudsman zijn rapport mondeling toe aan de vaste Kamercommissie SZW.
Najaar 2017: acties vanuit de overheid
Het rapport lijkt iets los te maken. De ombudsman krijgt in oktober 2017 een officiële reactie van de staatssecretaris van VWS, mede namens SZW: de aanbevelingen van de ombudsman zullen opgevolgd worden.
Zo start de Rijksoverheid met een landelijk programma voor meer professionele gemeentelijke schuldhulpverlening. En gemeenten praten met opvanginstellingen over oplossingen op lokaal niveau. Hoe kan het aanvragen van uitkeringen bijvoorbeeld sneller?
Ook aan de hulpverlening voor kinderen wordt gewerkt. In april 2018 verschijnt een rapport van burgemeester Henri Lenferink (gemeente Leiden). Daarin staan aanbevelingen voor alle partijen die zich richten op kinderen in de opvang, zoals opvanginstellingen en gemeenten.
In diezelfde periode start ook het meerjarenprogramma ‘Geweld hoort nergens thuis’ van de VNG, het ministerie van VWS en het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). Het programma komt met initiatieven om huiselijk geweld en kindermishandeling op te lossen. Zowel landelijk als lokaal.
"Ik merkte al snel dat er vooral over het onderwerp werd gesproken. Welke acties in gang zijn gezet, bleef voor mij onduidelijk" - Reinier van Zutphen, de Nationale ombudsman
Veel woorden, weinig daden
De eerste positieve voornemens zijn er dus. Maar de ombudsman merkt dat er vooral over het onderwerp wordt gesproken. Welke acties zijn nu echt in gang gezet voor vrouwen als Sara? Welke aanbevelingen uit zijn rapport zijn precies opgevolgd?
De ombudsman krijgt hier geen duidelijk beeld van.
Nazomer 2018: een vervolgonderzoek
Daarom kondigt hij een vervolgonderzoek aan. Hij wil weten welke problemen al zijn opgelost. Ook wil hij overheden aansporen haast te maken met het oplossen van de problemen die er nog zijn.
Weer gaat het onderzoeksteam aan de slag. Onderzoekers lezen de reacties van gemeenten op het rapport. Net als Kamerstukken waarin het rapport voorkomt. Ze analyseren klachten van vrouwen in de opvang en spreken opnieuw met de Federatie Opvang, het ministerie van VWS en de VNG. Ook bezoeken ze Blijf Groep in Amsterdam weer. En ze praten opnieuw met medewerkers van instellingen uit het eerste onderzoek.
In oktober 2018 organiseert de ombudsman een bijeenkomst voor alle betrokken partijen. Hij wil weten: Wat is er sinds het rapport veranderd voor vrouwen in de opvang?
Tot zijn teleurstelling wordt hem al snel duidelijk dat er nog onvoldoende stappen zijn gezet.
Ja, er is een begin gemaakt met maatwerkoplossingen binnen de gemeenten. Maar er is nog niets veranderd voor vrouwen die diensten of voorzieningen nodig hebben van andere gemeenten. Of van de Rijksoverheid.
‘Er moet nu écht iets gebeuren’
De ombudsman schuift in het najaar van 2018 aan bij het Kloosterhoeveberaad. Dat is een overleg met vertegenwoordigers van uitvoeringsinstanties, waaronder de Belastingdienst, de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en UWV. Hierin houdt hij een vlammend betoog om met oplossingen te komen voor vrouwen in de opvang.
Om zijn boodschap te benadrukken, plaatst de ombudsman in januari 2019 een tussenbericht op zijn website . Hij schrijft dat er te weinig verbeterd is in de vrouwenopvang. Hij verwacht dat de minister van VWS nu echt het voortouw neemt.
Het ministerie van VWS reageert op het bericht: er zijn landelijke én gemeentelijke werkgroepen ingesteld. Die gaan nu met praktische oplossingen aan de slag.
Dat biedt hoop, denkt de ombudsman. Hij wilde zijn rapport eigenlijk al in januari publiceren, maar stelt dit uit tot mei. Zo geeft hij alle partijen extra ruimte om verbeteringen door te voeren.
Mei 2019: de eerste, échte verbeteringen
En gelukkig: sindsdien lijkt er langzaam iets te veranderen voor vrouwen als Sara. In mei 2019 publiceert de ombudsman zijn tweede rapport: ‘Vrouwen uit de knel? Het vervolg’.
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
De belangrijkste verbeteringen die hij ziet:
- Vrouwen kunnen zich makkelijker inschrijven in de opvanggemeente. Dat is nodig om bijvoorbeeld inkomen te regelen.
- Een inkomen regelen gaat sneller dan eerst.
- Gemeenten geven een beschikking vaker en sneller af.
- Aan de problemen rondom toeslagen en kinderbijslag wordt gewerkt.
- De hulpverlening voor kinderen is in ontwikkeling.
Maar tegelijkertijd ziet de ombudsman nog grote problemen:
- Vrouwen hebben nog steeds moeite om door te stromen naar een huurwoning.
- Toeslagen aanvragen zorgt nog altijd voor administratief gedoe.
- Rondom de huurtoeslag merkt de ombudsman een nieuw probleem op: vrouwen moeten soms na jaren huurtoeslag terugbetalen. Dat komt doordat de Belastingdienst oude wetten toepast.
- De schuldhulpverlening wordt lang niet altijd gestart.
- De samenwerking tussen gemeenten kan nog veel beter. Als vrouwen van de ene naar de andere gemeente verhuizen, moet de overgang soepel verlopen. Zodat vrouwen hun uitkering of schuldhulpverlening gewoon blijven ontvangen.
En de praktijk bevestigt dat.
Hanneke Bakker, directeur-bestuurder van Blijf Groep, vertelt:
"Er zijn zeker stappen gezet, maar nog niet genoeg. We hebben speciale teams nodig binnen overheidsinstanties die nauwer samenwerken met zorginstanties. Mensen die weten hoe complex een situatie is. En hoeveel stress deze vrouwen hebben. Het zou fijn zijn als medewerkers van grote organisaties zelf de ruimte krijgen om beslissingen te maken. Ook al werkt het systeem anders"
Bovendien vindt de ombudsman dat de verbeteringen te langzaam op gang komen. Tegen de Rijksoverheid en gemeenten zegt hij in zijn rapport:
"Jullie zijn allebei aan zet om de overige knelpunten op te lossen. Jullie moeten samen met de betrokken partijen samenwerken om deze kwetsbare groep vrouwen te ondersteunen. En hen verder op weg helpen naar een zelfstandig bestaan. De minister van VWS moet daarbij de leiding nemen"
Juli 2019: nog meer oplossingen
Een paar maanden later komt minister De Jonge met zijn reactie op het rapport . Wat is er volgens hem allemaal veranderd?
1. Vrouwen krijgen met voorrang woonruimte
Betere huisvesting voor vrouwen lijkt op gang te komen. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) neemt verschillende maatregelen voor de woningmarkt. Eén van die maatregelen is dat er meer tijdelijke woonruimte komt voor mensen die met spoed een betaalbare woning nodig hebben.
Daarnaast heeft minister De Jonge een brief naar gemeenten gestuurd. Daarin schrijft hij dat woningcorporaties slachtoffers van huiselijk geweld voorrang mogen geven op een woning. Ook benadrukt hij de verschillende manieren waarop woningcorporaties dat kunnen doen.
De brief lijkt effect te hebben. “Uit recent onderzoek blijkt dat 72% van de corporaties cliënten uit een opvanginstelling met voorrang huisvest”, aldus minister De Jonge.
2. Oplossingen voor problemen met toeslagen
Goed nieuws: volgens De Jonge zijn alle problemen met de huurtoeslag opgelost. Dat komt dankzij een goede samenwerking tussen de ministeries van BZK, VWS en Financiën en de Belastingdienst.
Ook werken de Belastingdienst en de Sociale Verzekeringsbank samen met de Federatie Opvang (nu: Valente) aan een nieuw werkproces. Zo moeten vrouwen sneller kinderbijslag en kindgebonden budget krijgen. Het nieuwe werkproces wordt tussen november 2019 en juni 2020 getest.
"Zolang er knelpunten zijn, zal ik mij samen met gemeenten blijven inzetten om te zorgen dat mensen die gebruikmaken van opvang zo snel mogelijk weer een zelfstandig bestaan kunnen opbouwen" - Hugo de Jonge, minister van VWS
3. Hulpverlening voor vrouwen met schulden
En hoe zit het met de schuldhulpverlening? Volgens De Jonge neemt het kabinet landelijke maatregelen om het aantal mensen met problematische schulden te verminderen. En om mensen met deze schulden beter te helpen. Denk daarbij aan speciale dienstverlening rondom schulden. Of aan kennisbijeenkomsten voor professionals in het hele land.
Via deze landelijke schuldenaanpak bereikt het kabinet ook de vrouwen in de opvang, denkt De Jonge.
4. Meer samenwerking tussen gemeenten
Ook binnen gemeenten is vooruitgang. De VNG heeft een werkgroep gestart. Het doel: de samenwerking tussen gemeenten op gang brengen. Zodat de problemen tussen gemeenten worden opgelost én er goede samenwerkingsafspraken komen.
Wat zien we daarvan terug in de praktijk, twee jaar later? Krijgen vrouwen zoals Sara de hulp waar ze recht op hebben?
2021: de update van het ministerie van VWS en SZW
In het voorjaar van 2021 neemt het ministerie van VWS contact op met het onderzoeksteam van de Nationale ombudsman. Het ministerie wil laten zien wat er allemaal is gedaan om de situatie van vrouwen in de opvang verder te verbeteren.
"Een update vanuit de overheid is niet per se gebruikelijk. We waarderen het dat het ministerie hier zelf mee kwam" – Annemarie Tuzgöl, projectleider
De terugkoppeling volgt op 14 juni. Annemarie Tuzgöl en Jeanine Stam zijn hierbij digitaal aanwezig. Wat is de stand van zaken?
√ Kinderbijslag en toeslagen aanvragen gaat sneller
Het is gelukt: de problemen rondom toeslagen zijn écht opgelost. Dit geldt voor vrouwen die begeleid wonen via een instelling. Zij hoeven hun huurtoeslag niet langer terug te betalen als ze de woonruimte tijdelijk huren.
Ook heeft het ministerie van VWS een nieuwe werkwijze ontwikkeld. Die moet het aanvragen en toekennen van de kinderbijslag en het kindgebonden budget sneller maken. De werkwijze is getest in een pilot. En wordt nu landelijk ingevoerd bij alle vrouwenopvanglocaties. Hoe dit in de praktijk uitpakt, moet nog blijken.
Daarnaast hebben vrouwenopvanglocaties voortaan vaste contactpersonen bij instanties als de Sociale Verzekeringsbank en de Belastingdienst. De onderzoeken van de Nationale ombudsman hebben hier zeker aan bijgedragen.
√ Online app voor woonruimte
Het ministerie van VWS vertelt ook dat er een online app is ontwikkeld. Met als doel: vrouwen die de opvang verlaten sneller aan een woning helpen.
De app is bedoeld voor medewerkers van de vrouwenopvanglocaties. Via de app hebben zij toegang tot informatie over bijvoorbeeld huisvestingsbeleid of huisvestingprocedures in de regio. Ook kunnen ze zien waar in de regio woonruimte beschikbaar is.
De app is ontwikkeld in de regio Gelderland, aldus het ministerie van VWS. Daar is hij ook met succes getest en ingevoerd. In de toekomst kan de app waarschijnlijk ook gebruikt worden in andere regio’s. Maar daarvoor moeten nog wel een aantal (praktische) zaken geregeld worden. Denk aan het ‘vullen’ van de app met regionale informatie.
√ Experimenten rondom hulpverlening
En hoe zit het met de hulpverlening? De overheid gaat er vaak vanuit dat vrouwen zichzelf goed kunnen redden. Maar de ombudsman concludeerde dat dat voor vrouwen als Sara niet altijd geldt.
In 2018 lanceerde het ministerie van VWS het programma ‘Geweld hoort nergens thuis’. Via dit programma zijn dertien regio’s de afgelopen jaren aan de slag gegaan met experimenten. Het doel: de zorg in de opvang verbeteren. En de doorstroming en veiligheid ná de opvang versterken. De bovengenoemde app is hier een voorbeeld van.
Daarnaast is er in de opvang gewerkt aan het verbeteren van traumascreening van kinderen in de vrouwenopvang. En aan het sneller inzetten van traumazorg. Ook hebben instanties een handleiding gemaakt de nazorg. Die moet bijdragen aan de herstel en veiligheid van vrouwen en kinderen. Tot slot is er een tool ontwikkeld voor lotgenotencontact.
Volgens het ministerie van VWS zorgen de experimenten voor betere samenwerkingsafspraken tussen betrokken partijen. En voor structureel overleg.
√ Meer geld beschikbaar voor vrouwenopvang
Tot slot heeft het kabinet in mei 2020 structureel geld beschikbaar gesteld aan gemeenten. Het gaat om 14 miljoen euro per jaar. Met dit geld moeten de problemen in de vrouwenopvang opgelost worden.
Verbeteringen worden langzaam concreter
Het team van de Nationale ombudsman vindt de bovenstaande geluiden positief. Het is duidelijk dat betrokken partijen intensief samenwerken. Wel hadden de onderzoekers graag gezien dat al meer plannen waren omgezet in acties.
"We zijn vier jaar verder en er zijn zeker stappen gezet. Wel vraag ik mij af of hulpverleners van vrouwenopvanglocaties deze concrete verbeteringen al echt merken" – Annemarie Tuzgöl, projectleider
Het valt de onderzoekers van de ombudsman op dat er vanuit verschillende instanties werkgroepen zijn ingesteld, die allerlei experimenten uitvoeren. “Het is belangrijk dat de instanties goed samenwerken. En erop toezien dat er samenhang is tussen deze experimenten”, zegt Annemarie.
Want de problemen waar vrouwen in de opvang tegenaan lopen, moeten zoveel mogelijk integraal worden aangepakt. Dat heeft de ombudsman in zijn rapporten ook benadrukt.
Een van de knelpunten is namelijk dat de samenwerking tussen gemeenten nog niet altijd is zoals die zou moeten zijn. Zo gaat het in de ene gemeente beter met de vrouwenopvang dan in de andere. Terwijl het juist zo belangrijk is dat de hele vrouwenopvang beter wordt.
Gemeenten moeten sámen naar oplossingen zoeken, in plaats van ieder voor zich. Meer dan nu nog het geval is. Het ministerie van VWS moet daar – als stelselverantwoordelijke - op toezien.
"Het valt me op dat veel instanties eerst de situatie opnieuw in kaart brengen, voordat ze met oplossingen komen. Maar dat hadden wij toch al gedaan?"– Annemarie Tuzgöl, onderzoeker
De stand van zaken
De aandacht voor de problemen rondom vrouwen in de opvang blijft dus nodig.
Maar tegelijkertijd heeft het onderzoek wel degelijk iets veranderd:
- De Nationale ombudsman heeft de situatie van vrouwen in de opvang op de kaart gezet. Niet eerder werd zo duidelijk waar zij allemaal tegenaan lopen.
- Daardoor zijn overheden en andere betrokken partijen wakker geschud. Ze zien de urgentie dat er iets moet veranderen. Dankzij het onderzoek staan hun neuzen dezelfde kant op.
- Meerdere problemen zijn al opgelost. Een groot succes is bijvoorbeeld dat het aanvragen van toeslagen nu makkelijker gaat.
- Gemeenten wisselen praktijkvoorbeelden uit om de financiële problemen op te lossen.
- Tegelijkertijd is duidelijk geworden dat gemeenten nog beter moeten samenwerken. Het ministerie van VWS moet daar goed op toezien. Alleen zo kunnen de knelpunten rondom vrouwenopvang écht opgelost worden.
Hoe nu verder?
De Nationale ombudsman blijft aandacht houden voor vrouwen in de opvang. Het is duidelijk dat het aanbieden van een rapport alleen niet genoeg is. De ombudsman zal om terugkoppelingen blijven vragen.
Is er misschien weer een rondetafelbijeenkomst nodig?
Annemarie: “Heel eerlijk, dat is nog niet eens zo’n gek idee. Ik ben vooral benieuwd of vrouwen in de vrouwenopvang zelf ervaren of er al wat is verbeterd. Het is belangrijk dat we een vinger aan de pols houden.”
Maar wat deze onderzoeken vooral laten zien, is dat het werk van de Nationale ombudsman ertoe doet. Er zijn veel problemen van een kwetsbare doelgroep boven tafel gekomen. Een groep die niet zelf bij instanties aan de bel trekt.
En als mensen dat zelf niet kunnen doen, dan komt de Nationale ombudsman in actie. Want de overheid? Die moet er voor iederéén zijn.
Alle foto’s van ‘Sara’ zijn gemaakt door Keira Burton. De personen op deze foto’s zijn modellen die symbool staan voor de situatie van Sara en haar kinderen.