Een echtpaar koopt een kavel en laat daarop een huis bouwen. Langs de schuine zijde van het bouwvlak wordt een raam geplaatst. Naast de kavel stroomt een beek en tussen het water en de woning van het echtpaar in ligt een openbare groenstrook. Al tijdens de bouw merkt het echtpaar dat er dwars door de groenstrook heen een zogenaamd 'olifantenpaadje' ontstaat. Via dit paadje lopen buurtbewoners – door het groen – naar een recreatiegebied. Zo hoeven zij niet om te lopen.
Het echtpaar vindt het niet prettig dat buurtbewoners zo dicht langs hun raam en tuin lopen. Meneer en mevrouw voelen zich bekeken en vinden dat hun privacy wordt aangetast. Daarom zoeken zij contact met hun gemeente. Volgens meneer en mevrouw heeft de gemeente namelijk al voordat zij de kavel kochten toegezegd dat zij geen pad over de groenstrook aanlegt. Op basis van die toezegging verwacht het echtpaar daarom dat de gemeente zich inspant om het ontstane olifantenpaadje te verwijderen en de groenstrook zo in te richten dat buurtbewoners niet worden uitgenodigd om door de beplanting te lopen.
Meneer en mevrouw hebben inmiddels al enkele jaren contact met de gemeente over het paadje. In de loop der tijd zijn er vanuit de gemeente verschillende acties ondernomen om de situatie te verbeteren. Maar deze acties hebben niet tot een oplossing voor het echtpaar geleid. Daarom dienen meneer en mevrouw een klacht in bij de gemeente. De klachtencommissaris doet uitgebreid onderzoek en geeft een advies aan het college van burgemeester en wethouders. Het college neemt dit advies maar gedeeltelijk over. Meneer en mevrouw zijn het niet eens met de reactie van het college. Daarom vragen zij de Nationale ombudsman naar de situatie te kijken.
De Nationale ombudsman heeft in het kader van zijn onderzoek uitgebreid met meneer en mevrouw en de gemeente gesproken. Ook is het ontstane olifantenpaadje ter plaatse bekeken. De conclusie van de ombudsman komt overeen met de conclusie van de klachtencommissaris van de gemeente. Deze heeft de klacht van verzoekers uitgebreid onderzocht en een goede analyse gemaakt van wat er in deze kwestie precies aan de hand is. Op basis van haar onderzoek, heeft de klachtencommissaris een deugdelijk advies geschreven en een aantal aanbevelingen gedaan. De ombudsman acht de aanbevelingen van de klachtencommissaris redelijk en onderschrijft deze. De ombudsman constateert ook dat het college geen aandacht heeft gehad voor de impact van haar reactie op het echtpaar. Dat vindt de ombudsman een gemiste kans. Ten slotte constateert de ombudsman dat de termijnen voor klachtbehandeling door de gemeente ruimschoots zijn overschreden. Hierop is het college ook niet ingegaan in haar reactie. Een verklaring voor de lange behandelingsduur en excuses waren volgens de ombudsman op zijn plaats geweest.
Alles overwegende is de Nationale ombudsman van oordeel dat de gemeente in deze situatie heeft gehandeld in strijd met het vereiste van redelijkheid.