2018/041 Zilveren Kruis Zorgkantoor verstrekt brief niet aan beheerder van een PGB

Rapport

Verzoeker beëindigt het Persoonsgebonden budget (PGB) van zijn minderjarige dochter bij Zilveren Kruis Zorgkantoor, omdat zijn dochter bij zijn ex-partner gaat wonen. Het zorgkantoor neemt de door verzoeker ingediende verantwoording van het PGB niet in behandeling, omdat het meer gegevens nodig heeft. Het zorgkantoor stuurt hierover een brief naar het adres van de ex-partner van verzoeker, het nieuwe adres van verzoekers dochter. Het lukt verzoeker niet om aan de brief te komen, omdat de onderlinge verhoudingen tussen hem en zijn ex-partner ernstig zijn verstoord. Het zorgkantoor wil de brief alleen naar verzoeker sturen als zijn ex-partner daarvoor schriftelijk toestemming geeft. Na 16 maanden ontvangt verzoeker onverwachts een aanmaning van het zorgkantoor. Het blijkt dat het zorgkantoor het PGB terugvordert, omdat het niet is verantwoord. Met hulp van een advocaat krijgt verzoeker alsnog de gelegenheid van het zorgkantoor om het PGB te verantwoorden. Dit leidt ertoe dat de vordering grotendeels komt te vervallen.
De Nationale ombudsman is van oordeel dat het zorgkantoor verzoekers hulpvraag serieus had moeten nemen en samen met hem naar een oplossing had moeten zoeken voor zijn probleem in plaats van te blijven redeneren vanuit haar eigen beleid. Achteraf gezien had het zorgkantoor de brief gewoon aan verzoeker moeten verstrekken.

Instantie: Zilveren Kruis Zorgkantoor te Zwolle

Klacht:

geweigerd om een brief over de verantwoording van het persoonsgebonden budget (PGB) van verzoekers minderjarige dochter naar zijn adres te sturen zolang zijn ex-partner daarvoor geen toestemming had gegeven, terwijl hij zelf het PGB voor zijn dochter heeft aangevraagd en beheerd

Oordeel:

Gegrond