Verzoeksters zoon heeft in maart 2017 met succes het - individueel afgelegde – theorie-examen voor een bromfietsrijbewijs afgelegd. Eerder was hij drie keer gezakt. Tijdens het eerste examen zouden hem oordopjes zijn aangeboden en tijdens het derde examen werd hij aangesproken over de wijze waarop hij het examen aflegde. Verzoekster geeft aan dat haar zoon concentratieproblemen heeft.
Verzoekster klaagt erover dat haar zoon tijdens twee door hem afgelegde theorie-examens door een medewerker van het CBR werd aangesproken en daardoor uit zijn concentratie werd gehaald.
Voor wat betreft het ongevraagd aanbieden van oordopjes kan niet worden vastgesteld wat zich heeft afgespeeld. Het CBR heeft verzoeksters zoon niet zelf heeft kunnen spreken en de betreffende medewerkers hebben slechts mondeling op de klacht hebben gereageerd. Mogelijk had contact met verzoekers meer informatie opgeleverd. Nu verzoekers niet hebben meegewerkt aan een gesprek, kan de Nationale ombudsman niet anders dan op dit punt geen oordeel geven.
Voor wat betreft het geven van aanwijzingen. De CBR medewerker heeft vanuit het oogpunt van hulpvaardigheid en klantgerichtheid verzoeksters zoon erop gewezen dat hij kon doorklikken naar de volgende vraag. Verzoekster noch haar zoon hebben het CBR verteld wat de rijschoolhouder hem had aangeraden. Verder hebben zij het CBR niet voorafgaande of na afloop van het examen verteld dat verzoeksters zoon concentratieproblemen had, waarvan het CBR een aantekening had kunnen maken en rekening mee had kunnen houden. Het valt het CBR niet te verwijten dat een goedbedoelde actie voor verzoeksters zoon een kennelijk averechtse uitwerking heeft gehad.
Professionaliteit
Ten aanzien van het aanbieden van oordopjes onthoudt de Nationale ombudsman zich van een oordeel.
Ten aanzien van het ongevraagd geven van aanwijzingen is de klacht niet gegrond.