Op basis van gegevensvergelijkingen met de Belastingdienst, het UWV en de RDW toetst het Inlichtingenbureau of iemand voldoen aan de door gemeenten en waterschappen opgestelde normen voor inkomen, vermogen en autobezit ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag voor kwijtschelding van lokale belastingen. Deze toets wordt aangeduid met de term 'geautomatiseerde toets'. Als men aan deze normen voldoet, kan een gemeente of waterschap een positief besluit nemen op een aanvraag voor kwijtschelding zonder uitgebreide beoordeling. Naar aanleiding van twee klachten over dit onderwerp heeft de Nationale ombudsman een rapport uitgebracht, waarin hij over beide klachten een oordeel geeft.
1. Verzoeker, de heer G., klaagt erover dat Cocensus (namens de gemeente Beverwijk) zijn verzoek om kwijtschelding van lokale belastingen bij beschikking heeft afgewezen, omdat het Inlichtingenbureau liet weten dat het aannemelijk was dat hij beschikte over betalingscapaciteit.
De gemeente heeft in haar brief aan de heer G. aangegeven dat hij niet voor kwijtschelding in aanmerking kwam, omdat het aannemelijk was dat hij beschikte over inkomsten en spaarsaldo/banktegoed. De gemeente vermeldde daarbij niet welke werkgever/uitkeringsinstantie het betrof, de hoogte van de inkomsten, de hoogte van het banksaldo en welke rekeningnummer dat betrof. Aan de afwijzing van Cocensus ontbrak daarom een goede motivering, wat niet behoorlijk was.
Het vereiste van goede motivering houdt in dat de overheid haar handelen en haar besluiten duidelijk aan de burger uitlegt. Daarbij geeft zij aan op welke wettelijke bepalingen de handeling of het besluit is gebaseerd, van welke feiten zij is uitgegaan en hoe zij rekening heeft gehouden met de belangen van de burgers. Deze motivering moet voor de burger begrijpelijk zijn.
2. Verzoeker, de heer S., klaagt erover dat Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn (GBLT) niet heeft uitgelegd op basis van welke saldi op zijn rekening het Inlichtingenbureau heeft aangegeven dat hij niet meer in aanmerking zou komen voor automatische kwijtschelding van lokale belastingen.
Met de mededeling van GBLT aan de heer S. dat hij geen recht had op automatische kwijtschelding had GBLT nog geen definitief besluit genomen over wel of geen recht op kwijtschelding. Dit betekende niet dat GBLT op zijn minst de informatie kon delen waarover het beschikte; in het geval van de heer S.: de naam van de bank, het rekeningnummer en hoogte van de saldi. Dat vervolgens discussie kan ontstaan over de juistheid van de via het Inlichtingenbureau verkregen gegevens, kan als lastig worden ervaren door GBLT. Dat mocht echter geen reden zijn om niet desgevraagd aan te geven op basis van welke gegevens er geen recht op automatische kwijtschelding bestond. Te meer GBLT die discussie kon beëindigen door de burger te vragen het verkorte kwijtscheldingsaanvraagformulier in te dienen, waarna op basis van dat aanvraagformulier en recentere gegevens van het Inlichtingenbureau een gemotiveerd definitief besluit volgt.
Ook de klacht van heer S. heeft de Nationale ombudsman getoetst aan het motiveringsvereiste.