2017/093 Politie treedt terecht woning binnen maar moet wel eerst een machtiging aanvragen

Rapport

Op een ochtend krijgt de politie een melding van een omwonende dat er al lange tijd een hond blaft in de woning van verzoekster. Twee politieagenten van de politie-eenheid Den Haag gaan ter plaatse en raken ervan overtuigd dat verzoekster in de woning is en hulp nodig heeft. Nadat een collega de deur vergeefs heeft geprobeerd te openen met een slot- en sleutelkist, treden zij de woning binnen door de deur te forceren. Eenmaal binnen komen ze er achter dat er niemand in de woning is. Tijdens de actie ontsnapt de hond van verzoekster. De politie vangt de hond weer en draagt hem over aan het asiel.

Verzoekster klaagt erover dat de politie niet passend en zorgvuldig heeft gehandeld voor, tijdens en na het binnentreden van haar woning. Bovendien is niet alle schade vergoed, zoals de kosten voor het asiel.

De ombudsman komt tot de conclusie dat het begrijpelijk was dat de betrokken agenten dachten dat de bewoonster mogelijk hulpbehoevend in de woning lag, op basis van de melding, hetgeen zij zagen in en om de woning en wat buurtbewoners vertelden. De politiemedewerkers hebben voldoende onderzoek verricht voordat zij besloten tot binnentreden. Zij hadden een machtiging voor binnentreden ter inbeslagname van de hond, maar zijn in werkelijkheid binnengetreden ter hulpverlening. In het verslag van binnentreden is in eerste instantie ten onrechte vermeld dat is binnengetreden ter inbeslagname van de hond.

Omdat er niet is binnentreden ter inbeslagname van de hond, biedt die machtiging geen geldige grondslag voor het binnentreden. De ombudsman oordeelt dat de betrokken medewerkers een machtiging hadden moeten opvragen om binnen te mogen treden ter hulpverlening, nu er geen sprake was van dusdanige spoedeisendheid dat binnentreden zonder de juiste machtiging gerechtvaardigd was.

Voor het overige heeft de politie behoorlijk gehandeld. Wel valt op dat er een grote tegenstelling is tussen het oordeel van politiechef over de klacht en de visie van de betrokkene medewerkers van de afdeling Schade en Verzekeringen van de politie. Gedurende het onderzoek heeft de afdeling Schade en Verzekeringen besloten om te kosten voor het asiel alsnog te vergoeden. De ombudsman heeft hier met instemming kennis van genomen.

De klacht over de onderzochte gedraging van de politiechef van de regionale eenheid te Den Haag is gegrond ten aanzien van:

- Het binnentreden zonder de juiste machtiging wegens schending van het vereiste van het respecteren van grondrechten; - De onjuiste verslaglegging van het binnentreden wegens schending van het vereiste van integriteit.

De klacht is voor het overige niet gegrond.

Andere klachtonderdelen:

- De proportionaliteit van de wijze van binnentreden - De manier waarop de woning is achtergelaten door de politie (geen nieuw slot, houtsplinters in de gang) - Niet-vergoede schade aan de schuttingdeur en de postkeeper

Instantie: Politie-eenheid Den Haag

Klacht:

niet passend en niet zorgvuldig handelen voor, tijdens en na het binnentreden van woning

Oordeel:

Niet gegrond