2017/091 Gemeente Tilburg geeft inwoner waarschuwing wegens agressief gedrag

Rapport

Verzoeker belde met de gemeente over onder meer zijn paspoort. Omdat hij volgens de gemeente een geheimhoudingscode op zijn gegevens heeft staan, heeft de back-officemedewerker tegen hem gezegd dat hij telefonisch geen gegevens kon verstrekken. Volgens de gemeente schold verzoeker de medewerker daarna uit voor "vieze flikker". De medewerker heeft dit incident bij zijn manager gemeld. Deze melding, samen met de verklaringen van twee directe collega's, die in de ruimte aanwezig waren tijdens het telefoongesprek, waren voor de gemeente voldoende aanleiding om aan te nemen dat dit werkelijk ook zo was gezegd door verzoeker. Daarop heeft de teammanager klantcontactcentrum/ dienstverlening bij brief verzoeker een waarschuwing gegeven wegens het uitschelden van de medewerker. Mocht hij zich blijvend onbehoorlijk gedragen, dan zal een volgende keer overwogen worden om hem voor een bepaalde tijd te verbieden contact op te nemen met medewerkers van de gemeente.

Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Tilburg:

  • hem een waarschuwing heeft opgelegd, omdat hij aan de telefoon een medewerker zou hebben uitgescholden.
  • voorafgaand aan de waarschuwing geen gesprek met hem heeft gehad en geen hoorzitting heeft gehouden naar aanleiding van zijn klacht over de waarschuwing;
  • lopende de klachtprocedure hem bij de balie heeft laten signaleren met de tekst: ‘Pas op met deze man”; wat verzoeker pas tijdens een baliebezoek een week later onverwacht bleek;
  • geweigerd heeft hem de tekst van het gemeentelijk agressieprotocol toe te zenden.

Het kader van de Nationale ombudsman voor het opleggen van agressiemaatregelen is als het volgt:

  • Voer een (orde)gesprek voorafgaand aan het geven van een maatregel. Zo'n gesprek kan niet alleen bijdragen aan ordeherstel, maar ook aan waarheidsvinding en het constateren van omstandigheden die mogelijk leiden tot matiging van een voorgenomen maatregel.
  • De overheidsinstantie kan direct een maatregel opleggen zonder eerst een gesprek te hebben gevoerd in evidente gevallen, recidive, ernstige gevallen zoals mishandeling en situaties waarbij de politie aan te pas is geweest. Zij dient dan wel in de brief aan te geven op basis van welke gegevens besloten is geen gesprek te hebben.
  • Indien de overheidsinstantie betrokkene intern laat signaleren dient de instantie in de brief aan te geven met welke tekst iemand staat gesignaleerd en voor hoe lang.

De waarschuwing, was niet alleen gebaseerd op de verklaring van de betrokken medewerker, maar ook op de verklaringen van twee collega's die zaten aan het bureau naast dat van de medewerker, en die het telefoongesprek deels konden volgen. Verder heeft de medewerker het voorval zelf gemeld in het Gemeentelijk Incidenten Registratiesysteem. Gelet daarop gaat de Nationale ombudsman ervan uit dat verzoeker de medewerker heeft uitgescholden. De waarschuwing is een passende reactie daarop en kan dan ook in stand blijven. Dat er niet eerst een gesprek is geweest doet daaraan niet af.

De Nationale ombudsman heeft echter geconstateerd dat de gemeente ten onrechte niet de in het kader beschreven stappen heeft gezet en ook niet het agressieprotocol heeft gezonden aan verzoeker. De gemeente heeft verzoeker daarom onvoldoende mogelijkheden geboden om zijn procedurele kansen met betrekking tot de maatregel te benutten. Ten aanzien van de processen voorafgaand aan de waarschuwing en daarna zijn de onderzochte gedragingen dan ook niet behoorlijk.

De Nationale ombudsman heeft getoetst aan het vereiste van fair play dat bepaalt dat de overheid de burger de mogelijkheid geeft om zijn procedurele kansen te benutten en zorgt daarbij voor een eerlijke gang van zaken.

De Nationale ombudsman geeft de gemeente in overweging de inhoud van het agressieprotocol te publiceren op de website van de gemeente.

Instantie: Gemeente Tilburg

Klacht:

 opleggen van een waarschuwing

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Gemeente Tilburg

Klacht:

voorafgaand aan de waarschuwing geen ordegesprek gevoerd en geen agressieprotocol toegestuurd

Oordeel:

Gegrond