Het LBIO heeft een man laten weten voornemens te zijn de alimentatie-inning over te nemen, omdat de man volgens zijn ex-partner en meerderjarige dochter een achterstand zou hebben. De man klaagt over de manier waarop het LBIO heeft gereageerd op de argumenten die hij hiertegen heeft aangevoerd. Ook klaagt de man dat hij de door een fout van het LBIO te veel geïnde alimentatie zelf met zijn ex-partner en dochter moest verrekenen.
De Nationale ombudsman vindt dat het LBIO de man een meer op de specifieke situatie gerichte uitleg had moeten geven, in plaats van steeds de standaard uitleg te herhalen. Het is belangrijk dat overheidsinstanties zich realiseren dat wat voor hen gesneden koek is, voor een burger ingewikkeld en minder logisch kan zijn. De Nationale ombudsman vindt daarnaast dat het LBIO bij het zoeken naar een oplossing voor de door het LBIO gemaakte fout onvoldoende oog heeft gehad voor de positie van verzoeker. Van een overheidsinstantie die een fout maakt, mag verwacht worden dat zij zich inzet om de gevolgen daarvan te corrigeren, op een manier die voor de burger een daadwerkelijke oplossing vormt en hem zo min mogelijk belast. Dat is hier niet gebeurd.
Het LBIO heeft de behoorlijkheidsvereisten van luisteren naar de burger, goede motivering en maatwerk geschonden.
De man klaagt tot slot dat het LBIO een deel van zijn klachten ten onrechte niet in behandeling heeft genomen. Ook deze klacht is gegrond, wegens schending van het vereiste van fair play.
