De heer Hoskamp merkt acht maanden na aankoop van een tweedehands auto dat het bodyframe van de auto volledig is doorgeroest. Hij laat dit repareren. Omdat hij vindt dat de APK-keurmeester van de garage waar hij de auto kocht zijn werk niet goed heeft gedaan, vraagt hij bij de RDW om een herkeuring. De RDW laat hem weten dat dat niet meer mogelijk is als de auto al gerepareerd is.
De heer Hoskamp klaagt erover dat de RDW stelt dat er geen herkeuring mogelijk is omdat hij de auto na de APK-keuring heeft laten repareren.
Uit de informatie op keuringsrapport dat een autobezitter na de APK krijgt, blijkt niet dat je het gebrek aan de auto niet mag laten repareren. Daarmee krijgt de autobezitter geen faire kans op een effectieve herkeuring. De RDW zal de tekst op het keuringsrapport aanpassen.
De stelling van de RDW dat een herkeuring uitsluitend mogelijk is als het gebrek niet is gerepareerd, vindt de ombudsman onjuist. In veel gevallen is het wellicht niet meer mogelijk om een goede beoordeling te geven, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Ook als een voertuig is gerepareerd, is er mogelijk voldoende bewijs om tot een inhoudelijke beoordeling te komen.
De Nationale ombudsman acht de klacht gegrond wegens strijd met het beginsel van fair play.
De ombudsman beveelt de RDW aan;
Het voertuig alsnog aan een deskundigenonderzoek te onderwerpen en een verklaring van de monteur en het losse onderdeel bij de beoordeling te betrekken;
In individuele gevallen af te wegen in hoeverre het feit dat een gebrek is gerepareerd in de weg staat aan de mogelijkheid de juistheid van de APK goedkeuring te beoordelen.
