Een man is van mening dat de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) zijn telecommunicatie heeft getapt of opgenomen zonder rechtmatige aanleiding.
Op basis van de aan de Nationale ombudsman verstrekte informatie moet worden geoordeeld dat de klacht feitelijke grondslag mist.
De man klaagde dat de MIVD onbehoorlijk heeft gehandeld door personen in zijn omgeving te benaderen met als doel deze personen negatief te beïnvloeden.
Het vereiste van evenredigheid houdt in dat de overheid om haar doel te bereiken een middel kiest dat niet onnodig ingrijpt in het leven van de burger en in evenredige verhouding staat tot dat doel. Dit berekent dat de overheid steeds een afweging maakt of een minder zwaar middel voor het doel dat zij wil bereiken, kan worden ingezet. De overheid moet voorkomen dat bepaalde burgers onevenredig nadeel hebben van de maatregelen die de overheid neemt.
In deze zaak was er een redelijke aanleiding om een onderzoek te starten. Ten aanzien van de wijze van het invullen van dit onderzoek overwoog de Nationale ombudsman dat door het benaderen van personen uit de omgeving van verzoeker de vereisten van evenredigheid en betrouwbaarheid waren geschonden en dat daardoor het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van verzoeker onvoldoende was gerespecteerd. Het is dan ook terecht dat de minister aan verzoeker verontschuldigingen heeft aangeboden voor de wijze waarop het tegen hem ingestelde onderzoek is ingevuld.
