De heer E is sinds 2009 tevergeefs bezig om ambtshalve vermindering van belastingaanslagen over 2001 en 2002 voor een cliënt te bewerkstelligen bij de Belastingdienst. Hij heeft daarvoor verschillende procedures doorlopen en ook eerder klachten voorgelegd aan de Nationale ombudsman. De heer E wil nog steeds ambtshalve vermindering over deze jaren krijgen, ook al is die kwestie voor de Belastingdienst afgedaan.
Begin 2014 klaagt hij opnieuw bij de Belastingdienst. Het antwoord dat hij krijgt van een belastinginspecteur (over wie hij in 2010 ook had geklaagd) is voor hem reden om een klacht over deze inspecteur in te dienen. Hij vindt de brief van de inspecteur dubieus en vindt het ook onprofessioneel dat de inspecteur zijn antwoord in kopie aan zijn cliënt heeft gestuurd. Hij vraagt zich af of er soms sprake is van een "vendetta" van de inspecteur. De Belastingdienst organiseert naar aanleiding van de klacht een bespreking, omdat er volgens de Belastingdienst sprake lijkt te zijn van 'oud zeer'. In die bespreking wil de Belastingdienst graag dat het gaat over 'geluk' (gevoel, beleving, communicatie) en niet over 'gelijk' (klachten, rechterlijke uitspraken). De Belastingdienst maakt duidelijk dat op de jaren 2001 en 2002 niet meer zal worden ingegaan; men hoopt dat de strijdbijl kan worden begraven. Maar dat is iets wat de heer E niet wil: als er geen ambtshalve vermindering over 2001 en 2002 komt, zal hij doorgaan met zijn strijd. De heer E klaagt er na de bespreking over dat de belastingmedewerkers zich niet hebben gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt. Over de manier waarop de Belastingdienst vervolgens zijn klachten afhandelt, is hij ook niet tevreden. Hij vindt dat zijn klachten niet serieus zijn genomen en dat de Belastingdienst niet leert van fouten en klachten.
De Nationale ombudsman heeft getoetst of de Belastingdienst voldoende betrokken en oplossingsgericht heeft gehandeld. Hij oordeelt dat dit het geval is geweest.
In de ogen van de Nationale ombudsman heeft de Belastingdienst voldoende de-escalerend opgetreden. Dat het niet is gelukt de heer E tevreden te stellen, ligt aan het feit dat de heer E meer wilde bereiken. Het verkrijgen van ambtshalve vermindering over de jaren 2001 en 2002 is echter een gepasseerd station. Het indienen van klachten die in de kern erop gericht zijn om die kwestie opnieuw ter discussie te stellen, dient geen redelijk belang.
