Een moeder schakelde het LBIO in omdat haar ex-partner de kinderalimentatie niet betaalde. Het LBIO nam de inning over en kondigde aan dat het de inning zes maanden zou verzorgen, zoals dat in de wet is geregeld. Toch stopte het LBIO veel eerder met innen en de vader hield prompt op met betalen van de alimentatie. Nogmaals benaderde de moeder het LBIO, wederom pakte het LBIO de zaak op en legde zelfs beslag, maar beëindigde zijn werkzaamheden binnen zes maanden.
De moeder klaagde erover dat het LBIO geen woord hield en geen oog had voor haar belangen. De Nationale ombudsman vond het niet behoorlijk dat het LBIO zonder vooroverleg en zonder goede inventarisatie van belangen afweek van de werkwijze die de moeder steeds in het vooruitzicht was gesteld. Bovendien gaf het LBIO met de toelichting achteraf onvoldoende duidelijkheid.
Ten slotte vond de Nationale ombudsman een passage uit een brief van het LBIO aan de moeder niet respectvol.