Simon wordt door de politie in zijn woning aangehouden omdat hij verdacht wordt van mishandeling van zijn minderjarige dochter. Nadat de politie tevergeefs had aangebeld en zij vermoedden dat Simon wel thuis was, hebben zij getracht de deur open te breken. Simon gaf aan dat hij van die herrie wakker is geworden en daarop de voordeur heeft opengedaan. Er ontstond vervolgens wederzijdse irritatie tussen Simon en de politieambtenaren. Simon vond dat hij te weinig tijd kreeg om zichzelf en zijn dieren te verzorgen. De politieambtenaren waren van mening dat hij nodeloos aan het traineren was. Uiteindelijk is Simon door de politie met enige dwang uit zijn woning begeleid naar de gereedstaande politieauto voor de deur.
Simon klaagt er over dat de politie hem niet eerst heeft uitgenodigd om op het politiebureau een verklaring af te komen leggen. In dat geval was hij zeker gekomen en was de plotselinge aanhouding in zijn woning niet nodig geweest. Nu is de situatie bij hem thuis onnodig geëscaleerd.
Uit het onderzoek door de Nationale ombudsman bleek dat de aanhouding van Simon rechtmatig was. Tevens bleek dat de politie Simon die dag wilde verhoren in een daarvoor gereserveerde studioruimte waar het verhoor kon worden opgenomen. Dat heeft meegespeeld in de beslissing Simon die dag zonder aankondiging vooraf in zijn woning aan te houden. Gezien bepaalde gebeurtenissen in het verleden kan de Nationale ombudsman deze beslissing van de politie, genomen in overleg met de officier van justitie, goed begrijpen. Ook kan de Nationale ombudsman zich voorstellen dat de aard van de verdenking en bijkomende omstandigheden een voorafgaande uitnodiging om vrijwillig te verschijnen aan het politiebureau hier minder wenselijk maakten. In de woning heeft de politie Simon vervolgens voldoende de tijd gegeven om zich klaar te maken voor vertrek. Daarmee heeft zij naar het oordeel van de Nationale ombudsman ook in voldoende mate voldaan aan haar zorgplicht.
Getoetst aan het Evenredigheidsvereiste. Gedraging behoorlijk.