Verzoekster reed samen met haar partner in een auto toen zij van de politie een stopteken kreeg. De politie was in uniform gekleed en reed in een herkenbare politieauto. Nadat verzoekster de auto aan de kant had gezet, vroeg de politie om haar rijbewijs. Vervolgens liet verzoeksters partner aan de politie weten dat hij wilde dat de politie zich legitimeerde. Op enig moment verzocht verzoekster de politie ook zelf om legitimatie. Verzoekster en haar partner waren van mening dat de politie zich eerst diende te legitimeren en verzoekster pas daarna haar rijbewijs aan de politie hoefde te laten zien. Na enige discussie is verzoekster aangehouden vanwege het niet tonen van haar rijbewijs.
Verzoekster klaagde erover dat de politie zich niet direct had gelegitimeerd toen dit werd verzocht.
De Nationale ombudsman overwoog dat in artikel 2 van de ambtsinstructie is bepaald dat een politieambtenaar zich op verzoek legitimeert als hij optreedt in uniform. Het is voor de Nationale ombudsman vanzelfsprekend dat deze legitimatie desgevraagd dient plaats te vinden voordat de politie ambtshandelingen verricht. Verzoeksters partner was geen willekeurige omstander of voorbijganger, maar een passagier in de auto. Van de politie mag worden verwacht dat zij zoveel mogelijk probeert escalatie te voorkomen en dat zij waar mogelijk de-escalerend handelt. Door niet direct te voldoen aan het verzoek om legitimatie heeft de politie bijgedragen aan de discussie die vervolgens ontstond.
Vereiste van de-escalatie. Niet behoorlijk.
