De politie neemt een auto van verzoeker in beslag. De rechter spreekt de verzoeker vrij en gelast de teruggave van de auto. De auto is echter al op verzoek van het Openbaar Ministerie door Domeinen Roerende Zaken verkocht. Voor dit soort gevallen staat in de wet vermeld dat de betrokken burger recht heeft op de opbrengst van de verkoop door Domeinen of de door Domeinen getaxeerde waarde van de auto. Domeinen verstaat onder de opbrengst van de verkoop het bedrag waarvoor de auto op haar veiling wordt gegund. Dit bedrag is exclusief het bedrag aan opgeldkosten dat Domeinen in rekening brengt aan de koper, te weten 15 procent van de gunningswaarde. De opgeldkosten dekken volledig de verkoopkosten.
Verzoeker is het hier niet mee eens. Hij is van oordeel dat hij niet alleen recht heeft op de gunningswaarde maar ook op het bedrag aan opgeldkosten.
Domeinen wees het verzoek om de extra vergoeding af. Verzoeker wendde zich vervolgens tot de Nationale ombudsman. De Nationale ombudsman is van oordeel dat Domeinen in strijd met het redelijkheidsvereiste handelt door de aan de koper in rekening gebrachte opgeldkosten geen onderdeel te laten uitmaken van de uit te betalen verkoopopbrengst. De kosten worden namelijk in feite indirect doorbrekend aan de burger aangezien de ervaring leert dat bieders op veilingen van Domeinen rekening houden met het te betalen percentage aan opgeld. Verder mogen de kosten voor bewaring niet op de burger worden afgewimpeld. De Nationale ombudsman concludeerde dat in dit geval verzoeker ook recht heeft op vergoeding van het opgeld. De onderzochte gedraging is dan ook niet behoorlijk. Met instemming nam de Nationale ombudsman er kennis van dat Domeinen tijdens het onderzoek van de ombudsman alsnog had besloten in dit geval het opgeld aan verzoeker uit te keren. De Nationale ombudsman deed de aanbeveling in soortgelijke toekomstige gevallen ook het opgeld uit te betalen in het geval het bedrag van de verkoopprijs inclusief het opgeld hoger is dan de door Domeinen getaxeerde waarde.