Verzoeker is tolk en was in het verleden (ook) werkzaam voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Verzoeker had twee keer een opiniestuk in een krant geschreven. Na het verschijnen van het tweede opiniestuk, liet de IND verzoeker weten dat de IND geen gebruik meer zal maken van zijn tolkdiensten en zijn gegevens uit het tolkenbestand van de IND zullen worden verwijderd. Volgens de IND had verzoeker de Gedragscode tolken geschonden.
Verzoeker klaagde erover dat de IND hem ten onrechte had verweten dat hij de Gedragscode tolken zou hebben geschonden.
De Nationale ombudsman overwoog dat een tolk van de IND - net als ieder ander - het recht op vrije meningsuiting heeft. Het schrijven van een opiniestuk door een tolk van de IND kan dan ook niet categorisch worden uitgesloten, aldus de Nationale ombudsman. Verder was de Nationale ombudsman van oordeel dat de IND zijn standpunt dat verzoeker met het schrijven van het tweede opiniestuk de geheimhoudingsplicht had geschonden, voldoende had gemotiveerd. De Nationale ombudsman vond het standpunt van de IND hierover niet een te verregaande beperking van verzoekers recht op vrije meningsuiting, omdat verzoeker de strafbaarstelling van illegaliteit ook ter discussie had kunnen stellen zonder hierbij uitlatingen over zijn ervaringen als tolk bij de IND te doen. Voor zover de IND had verwezen naar artikel 5 van de gedragscode had hij derhalve niet in strijd met het motiveringsvereiste gehandeld.