2013/194: Man klaagt over formeel-juridisch benadering bezwaarschriften door BSGR

Rapport

Verzoeker klaagt er over dat de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) zich bij de behandeling van zijn bezwaarschrift tegen de WOZ-waardebepaling onnodig formeel-juridisch heeft opgesteld. Hij wenst, voorafgaande aan de hoorzitting een schriftelijke inhoudelijke reactie op de door hem gestelde vragen, zodat hij goed beslagen ten ijs komt.

De Nationale ombudsman hanteert als uitgangspunt dat de overheid niet als een onpersoonlijke bureaucratie werkt, maar steeds oog houdt voor de menselijke maat en persoonlijk contact zoekt. Burgers en overheid gaan daarbij gelijkwaardig met elkaar om. Het is de standaardwerkwijze van de BSGR om een conceptbeslissing op bezwaar toe te sturen. Als men, na daarvan kennis te hebben genomen, nog steeds gehoord wil worden ontvangt men een uitnodiging voor de hoorzitting. Tijdens deze hoorzitting wordt vervolgens ingegaan op de WOZ-waarde en het bezwaarschrift.

Deze procedure acht de Nationale ombudsman alleszins begrijpelijk en redelijk. Over de vraag of en op welke wijze de BSGR van deze procedure had kunnen of moeten afwijken overwoog de ombudsman dat er tussen verzoeker en de BSGR, na ontvangst van de conceptbeslissing, een inhoudelijke discussie is ontstaan over de inhoud daarvan. De betrokken medewerker wil niet via e-mails de ‘discussie’ aangaan, maar daarvoor de hoorzitting gebruiken. Verzoeker wil echter voorafgaand aan de hoorzitting een conceptrapport ontvangen dat meer ingaat op de inhoud van zijn bezwaar.

De wens van verzoeker acht de ombudsman begrijpelijk, maar dat geldt eveneens voor het standpunt van de medewerker van de BSGR. De bezwaarschriftprocedure heeft ook een formeel, juridische component. De hoorzitting is een essentieel onderdeel van deze procedure, waarbij partijen hun visie kunnen geven, met elkaar in gesprek gaan of een discussie voeren. Omdat de inhoud van het bezwaar betrekking had op de waardebepaling van de WOZ is het niet onredelijk dat de BSGR in aanwezigheid van een taxateur daarover tijdens de hoorzitting in gesprek wilde gaan en niet in de emailwisseling tussen verzoeker en de behandelend ambtenaar.

De Nationale ombudsman constateert dat meerdere malen is getracht te komen tot de vaststelling van een datum voor de hoorzitting en dat de BSGR goed bekend is met het programma ‘Prettig contact met de overheid’ en zijn personeel traint in gesprekstechnieken. Hiermee is niet gegarandeerd dat geen fouten worden gemaakt of misverstanden (kunnen) ontstaan, maar niet is gebleken dat de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland de behandeling van bezwaarschriften vooral formeel-juridisch benaderd en onvoldoende bereid is geweest om af te wijken van de voor de behandeling van bezwaarschriften afgesproken standaardwerkwijze.

De klacht is niet gegrond.

Instantie: Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland te Leiden

Klacht:

behandeling van bezwaarschriften vooral formeel-juridisch benaderd, waardoor bezwaarmakers zich onvoldoende gehoord voelen en de behandeling tot ongewenste of onnodige (juridische) vervolgprocedures leidt

Oordeel:

Niet gegrond