Een veertienjarige jongen fietst langs een in de file staande politieauto en maakt een gebaar naar de politieambtenaren. Die zien dit als een belediging, sturen de auto het fietspad op en zetten de achtervolging in. Het loopt uit op een aanhouding waarbij de jongen naar grond wordt gewerkt.
Zijn ouders klagen over het toegepaste geweld en het geven van onjuiste informatie over het recht op bijstand door een advocaat en de bereidheid van moeder om bij het verhoor aanwezig te zijn
De agenten hebben zich onvoldoende rekenschap gegeven van waar het om ging: een minderjarige die mogelijk zijn middelvinger opstak. Zij hebben de situatie laten escaleren met als gevolg het gebruik van onnodig en disproportioneel geweld.
Verder is de klacht gegrond voor wat betreft de mededeling aan de jongen dat zijn moeder niet bij het verhoor wilde zijn en voor wat betreft de informatie over rechtsbijstand van een advocaat.
Respecteren van grondrechten (onaantastbaarheid van het lichaam); recht op rechtsbijstand/fair play
Aanbeveling van de KOM om de Aanwijzing Rechtsbijstand Politieverhoor zodanig te wijzigen dat het kind recht heeft op kosteloze rechtsbijstand door een advocaat en dat bij afwezigheid van een advocaat tenimnste een ouder/verzorger of vertrouweling van de minderjarige aanwezig is
