Woonbootbewoners met een boot die in water en aan land van de (rijks)overheid ligt, werden in december 2010 per brief geïnformeerd over een huurverhoging waarbij de huren vanaf april 2011 fors toe zouden nemen. Het RVOB, dat de huurovereenkomsten met de woonbootbewoners afsluit, vond de bestaande huren niet langer marktconform en besloot in 2007 om nader onderzoek te doen om tot een andere huurprijsvaststelling te komen.
Verzoekers klagen erover dat het RVOB, handelend onder de verantwoordelijkheid van de minister van Wonen en Rijksdienst onvoldoende transparant heeft gehandeld bij de voorbereiding van de herziening van de systematiek van de verhoging van de huurprijzen voor woonbootbewoners.
Het RVOB mag een wijziging in huurprijzen doorvoeren. Zij is niet verplicht om bij de voorbereiding van zo'n wijziging met de betrokkenen in overleg te treden, maar minimaal mag van een overheidsinstantie verwacht worden dat zij zich transparant opstelt. Daarbij hoort een open en duidelijke communicatie. Door de kaarten op de borst te houden en niets naar buiten te brengen tot zij de systematiek had vastgesteld, werden de woonbootbewoners in december 2010 overvallen. Een dergelijke gang van zaken bij een ingrijpende wijziging getuigt niet van openheid en voorspelbaarheid.
De klacht is gegrond wegens schending van het vereiste van transparantie
De Nationale ombudsman beveelt het RVOB aan bij veranderingen open te communiceren en per situatie duidelijk aan te geven welke mogelijkheden van participatie hierbij zijn. Daarbij kan het RVOB de participatiewijzer van de Nationale ombudsman gebruiken.
