2012/031: Moeder klaagt dat uithuisplaatsing door BJZ op onjuiste informatie is gebaseerd

Rapport

Verzoekster en haar ex-partner hebben één dochter over wie al langere tijd zorgen bestonden. Zij kreeg hulpverlening in het vrijwillig kader aangeboden. Op enig moment in 2010 is er een ondertoezichtstelling uitgesproken en een paar maanden daarna is het meisje uit huis geplaatst.

De klacht betrof de inhoud van het dossier, verzoekster was van mening dat de beslissing tot het aanvragen van de machtiging uithuisplaatsing op onjuist informatie gebaseerd is geweest.

De klacht is getoetst aan het vereiste van goede voorbereiding. Uit het onderzoek kwam naar voren dat Bureau Jeugdzorg en verzoekster het op meerdere punten niet eens waren met de (manier van) informatie verzameling, maar dat dat niet heeft betekent dat deze daarom ook onjuist is geweest. De voorbereiding van die beslissing is niet onzorgvuldig geweest, de klacht is ongegrond.

Vanwege de zorgen die er over het meisje bleven bestaan is er in de maanden tussen de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing vooral óver haar en haar moeder gesproken in plaats van met. Dat heeft tot gevolg gehad dat de uithuisplaatsing voor verzoekster plotseling en als een grote schok werd ervaren. In de slotbeschouwing wordt nogmaals benadrukt dat in situaties waarin het lastig is met ouders in contact te komen, of te blijven, de inzet van mediationvaardigheden daarbij kan helpen.

Instantie: Bureau Jeugdzorg Limburg

Klacht:

op basis van informatie waarvan verzoekster herhaaldeijk heeft aangegeven dat die niet juist was, het verzoek tot het afgeven van een machtiging uithuisplaatsing bij de rechtbank ingediend.

Oordeel:

Niet gegrond