De burgemeester verbood de heer B voor een periode van zes maanden de toegang tot alle gemeentelijke gebouwen. Hij zou zich tegenover een medewerker dreigend hebben uitgelaten. Zeven maanden later verbood de burgemeester hem voor onbepaalde tijd de toegang tot alle gemeentelijke gebouwen. Hij zou zich tegenover ambtenaren weer beledigend en/of dreigend hebben uitgelaten. Hij had ten overstaan van een medewerker lakend en op schofferende wijze over medewerkers gesproken en dreigementen uitgesproken.
Verzoeker klaagt erover dat de gemeente voor onbepaalde tijd een algeheel gebouwenverbod heeft opgelegd.
In de brief waarmee het gebouwenverbod voor onbepaalde tijd was opgelegd, was niet beschreven welke uitlatingen hij had gedaan. Ook was niet gebleken dat de gemeente een Rapport onacceptabel gedrag had opgesteld. Verder heeft de gemeente geen aangifte gedaan van bedreiging. Hierdoor was de heer B. niet op de hoogte van wat hem precies werd verweten. Omdat geen Rapport onacceptabel gedrag was opgesteld en ook andere stukken ontbraken, werd het achterhalen wat er is gebeurd en het vervolgens inhoudelijk toetsen van het besluit bemoeilijkt. Daar komt bij dat in strijd met het gemeentelijk Agressieprotocol geen aangifte van (ernstige) bedreiging is gedaan bij de politie. De brief waarin het opgelegde pandverbod werd meegedeeld ontbeert daarmee een deugdelijke motivering.
Het vereiste van goede motivering houdt in dat de overheid haar handelen en haar besluiten duidelijk aan de burger uitlegt. De onderzochte gedraging is dan ook niet behoorlijk.
De Nationale ombudsman gaf het college van burgemeester en wethouders in overweging het gebouwenverbod per direct op te heffen.
Verzoeker klaagt erover dat de gemeente:
een bezwaarschrift heeft omgezet naar een klacht;
de klacht niet op de juiste wijze heeft behandeld.