Verzoekers 13-jarige zoon Bas was 's avonds met zijn vrienden op de fietscrossbaan aan het crossen. Op een gegeven moment kwam iemand op het idee om de springschans te verhogen. Bas heeft toen een autoband uit de grond gehaald, die er – naar zijn zeggen – los in zat. Iemand anders heeft het reglementenbord los getrokken, waarna een paar jongens de springschans hebben verbouwd.
Bas werd als verdachte van vernieling dan wel openlijke geweldpleging aangemerkt. Verzoeker en Bas hebben uiteindelijk ingestemd met een Halt-afdoening en Bas diende een taakstraf van acht uur te voldoen en er moest € 100,00 worden betaald voor het vernielen van het bord.
Verzoeker klaagt er onder andere over dat de politie er geen rekening mee heeft gehouden dat zijn zoon 13 jaar was ten tijde van het plegen van het strafbare feit.
Door tegen verzoeker te zeggen dat het bedrag van € 100,00 betaald diende te worden en dat de zaak anders aan de officier van justitie zou worden voorgelegd, heeft de politie verzoeker op het verkeerde been gezet en in strijd met de Aanwijzing Halt-afdoening gehandeld.
Het vereiste van professionaliteit is geschonden.
De Nationale ombudsman geeft de korpsbeheerder in overweging een bedrag van €100,00 aan verzoeker toe te kennen, nu de politie verzoeker onjuiste informatie heeft verstrekt over de voorwaarden die gelden voor deelname aan het Halt-traject.
De klachten over de informatieverstrekking en klachtbehandeling zijn gegrond. De klacht over het opsporingsonderzoek is niet gegrond. Ten aanzien van het onder druk zetten, onthoudt de Nationale ombudsman zich van een oordeel.
