Verzoeker ontving een uitkering van de gemeente Weert. Hem werd gevraagd medische gegevens te overleggen, waaruit zou moeten blijken dat hij niet kon verschijnen op een afspraak over re-integratie. Over de inhoud van de e-mail en de het opvragen van medische informatie, diende verzoeker bij het hoofd van de afdeling Inkomen en Zorg een klacht in. Vervolgens correspondeerden verzoeker en het afdelingshoofd een paar keer via e-mail, echter zonder tevredenheid van verzoeker. Hierna diende
verzoeker een klacht in bij de gemeente. Hij klaagde erover dat zijn consulent om medische gegevens had verzocht, terwijl volgens verzoeker alleen een arts hiertoe bevoegd was. Tevens klaagde hij over bejegening in het contact met de gemeente. De gemeente deelde verzoeker mee van mening te zijn dat dit geen klacht was in de zin van artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht en zij niet verplicht was zijn klacht te behandelen. Hierop liet verzoeker de Nationale ombudsman weten niet tevreden te zijn over de wijze waarop de gemeente Weert was omgegaan met zijn klacht.
De Nationale ombudsman is van mening dat de e-mail van verzoeker wel degelijk als klacht had moeten worden aangemerkt.Klachtbehandeling heeft tot doel conflicten met de overheid op te lossen, het vertrouwen te herstellen en een dialoog te voeren met de burger. Door op deze manier de klachtbehandeling af te wijzen en niet het gesprek aan te gaan, is het conflict onnodig geëscaleerd. Daar waar een wereld te winnen was, koos de gemeente ervoor verzoeker schriftelijk te berichten zijn klacht niet als zodanig te zullen behandelen. De gemeente behandelde wel de inhoud van zijn klacht, beter was het geweest als de gemeente op basis van deze antwoorden de klacht bijvoorbeeld ongegrond had verklaard. De Nationale ombudsman oordeelt dat de gemeente geen gehoor heeft gegeven aan het vereiste om klachten welwillend en adequaat te interpreteren. Hierdoor heeft de gemeente het fair play beginsel geschonden en is de klacht van verzoeker gegrond