Nadat het verzoekster was gebleken dat haar gezin was aangemeld bij het wijkzorgteam van de gemeente Enschede, vroeg zij bij de gemeente inzage in haar dossier. Dit was echter niet meer mogelijk, omdat het dossier inmiddels was vernietigd. Hier klaagde zij over bij de Nationale ombudsman, omdat zij nu niet meer in staat was mogelijke negatieve beeldvorming over haar bij andere instanties te kunnen nuanceren.
De Nationale ombudsman overwoog dat een ieder recht heeft op respect voor zijn privé leven en familie- en gezinsleven. Overheidsinstanties hebben de plicht om burgers te beschermen tegen de inbreuk op dit recht door anderen. De Nationale ombudsman toonde begrip voor de wens van verzoekster om mogelijke negatieve beeldvorming over haar bij andere instanties te nuanceren, maar oordeelde dat het wijkzorgteam tot een redelijke belangenafweging is gekomen door als uitgangspunt te kiezen dat dossiers en gegevens van zaken die niet door het team worden behandeld vernietigd worden. Op deze wijze worden op de beste wijze burgers beschermd tegen een mogelijke inbreuk op het recht op respect voor zijn privé leven of familie- en gezinsleven. Op het moment dat het wijkzorgteam had besloten de casus van verzoekster niet door het team te laten behandelen, was de bescherming van haar persoonlijke levenssfeer gediend met spoedige vernietiging van het dossier.
In zijn slotbeschouwing merkt de Nationale ombudsman nog op dat de gemeente redelijk heeft gehandeld door het dossier te vernietigen, maar dat voorkomen dient te worden dat de aanmelding van een casus bij het wijkzorgteam een eigen leven gaat leiden in verschillende administratieve systemen. Dat zou het geval kunnen zijn als, terwijl besloten wordt geen verdere actie naar aanleiding van een aanmelding te ondernemen, het feit dat er een aanmelding heeft plaatsgevonden opgenomen blijft staan in rapportages of registraties van derde organisaties.
De Nationale ombudsman stelt zich op het standpunt dat van de gemeente, als regisserende instantie mag worden verwacht dat er op wordt toegezien dat naar aanleiding van de beslissing om verder geen actie te ondernemen ook verwijzingen naar de aanmelding bij het wijkzorgteam worden verwijderd voor zover die verwijzingen mogelijk een eigen leven gaan leiden. Aldus kan worden voorkomen dat burgers tot in lengte der jaren worden aangesproken op een dergelijke, en achteraf onjuist gebleken aanmelding.
Redelijkheidsvereiste.