Verzoeker ervaart vanaf medio 2009 overlast van twee naburige panden en vraagt de gemeente om handhaving. Hij stelt dat het kamerverhuurpanden zijn waarvan de kamers aan een wisselend aantal personen wordt verhuurd.
Hij klaagt erover dat de gemeente hem onvoldoende heeft geïnformeerd over het handhavingstraject dat naar aanleiding van zijn brieven in gang is gezet.
De gemeente heeft verzoeker onvoldoende geïnformeerd en daarmee niet in overeenstemming gehandeld met de spelregels voor het behoorlijk omgaan met handhavingsverzoeken. Met name heeft zij hem onvoldoende duidelijk gemaakt dat en waarom er naar aanleiding van het verzoek om handhaving eerst gekeken moet worden of de situatie gelegaliseerd kan worden. Daardoor heeft verzoeker heel lang gedacht dat er naar aanleiding van zijn verzoek een eind zou kunnen komen aan de kamerverhuur. In correspondentie heeft de gemeente volstaan met de formele mededeling dat het "juridisch handhavingstraject" was gestart. Zij heeft verzoeker niet duidelijk gemaakt waaruit dat traject concreet bestaat; wat zij zal gaan doen en waar dat toe zal leiden. Dit, ondanks een verzoek van de ombudsman om verzoeker een toelichting te geven en ondanks de brieven van verzoeker waaruit de gemeente had kunnen en moeten begrijpen dat het hem onvoldoende duidelijk was. Daarnaast heeft de gemeente verzoeker niet proactief heeft geïnformeerd, maar telkens pas nadat hij zelf navraag had gedaan.
De klacht is gegrond wegens schending van het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking.
Verzoeker klaagt er ook over dat de gemeente onvoldoende voortvarend heeft gehandeld naar aanleiding van zijn brieven. Die klacht is ook gegrond verklaard. Onzorgvuldig, dan wel ondoorzichtig handelen van de gemeente heeft de vertraagde afhandeling in de hand gewerkt.