Door middel van een vaststellingsovereenkomst beëindigde verzoeker het dienstverband van een werknemer tijdens ziekte. Na beëindiging van het dienstverband meldde verzoeker het UWV dat de ex-werknemer vanaf 5 februari 2009 ziek was. Hierop kende het UWV de ex-werknemer een ZW-uitkering toe.
Met de brief van 26 augustus 2009 verzocht het UWV verzoeker nog een drietal stukken toe te sturen die nodig waren om de re-integratieinspanningen van zowel verzoeker als de ex-werknemer te kunnen beoordelen. Het ging op de medische informatie van de arbodienst, het actuele oordeel van de arbodienst en de Evaluatie van het plan van aanpak dat verzoeker met de ex-werknemer samen had ingevuld. Uiterlijk 2 september 2009 moesten deze stukken worden toegestuurd omdat anders het UWV een week ZW-uitkering op verzoeker zou verhalen. Verzoeker stuurde op 5 september 2009 de stukken toe, waarna het UWV op 7 december 2009 een loonsanctie van een week oplegde aan verzoeker.
Verzoeker kon de bij de beantwoording van zijn klacht door het UWV aangeboden excuses niet rijmen met het niet gegrond verklaren van zijn klacht. Hij diende vervolgens bij de Nationale ombudsman een klacht in omdat de termijn die hem gegund was in schril contrast was met de termijnen die het UWV zelf hanteerde.
Tijdens het onderzoek van de Nationale ombudsman deelde het UWV mee dat de loonsanctie was opgelegd omdat verzoeker de ontbrekende stukken niet op tijd had toegestuurd. Ten aanzien van de weektermijn verwees het UWV naar een werkinstructie en de "Beleidsregels beoordelingskader poortwachter".
Uit de beleidsregels kan men afleiden dat de hersteltermijn van een week mede is ingegeven door de situatie dat in 'regulier' situaties zowel een werkgever als een werknemer minimaal zes weken voor het einde van de ZW-periode bericht krijgen dat een compleet re-integratieverslag moet worden ingeleverd. Verzoeker miste deze aanvullende zes weken en had dus daadwerkelijk alleen één week de tijd om stukken aan te leveren. Stukken waarbij hij de medewerking van anderen nodig had. De Nationale ombudsman oordeelde dat, gegeven de omstandigheden, er sprake was van schending van het redelijkheidsvereiste.
Aanbeveling:
Zodanig aanpassen van de Beleidsregels beoordelingskader poortwachter en het Besluit verhaal ziekengeld dat in afwijkende situaties maatwerk kan worden geleverd;
Het herzien van de boete en verzoeker het reeds betaalde bedrag te restitueren