2011/205: Moeder klaagt dat zoon via vriendje hoort over verzoek tot machtiging uithuisplaatsing

Rapport

Twee kinderen van verzoekster stonden onder toezicht van Bureau Jeugdzorg. In verband met meerdere wisselingen van de gezinsvoogd heeft zij in 2008 een paar maanden geen gezinsvoogd gezien of gesproken. Wel hield Bureau Jeugdzorg in die periode contact met andere hulpverleners om het gezin heen om zo de begeleiding op alle vlakken in de gaten te houden. In augustus 2008 was er weer een gezinsvoogd die zelf direct contact had met verzoekster en haar gezin.

In januari 2009 hoorde verzoekster van een moeder van een vriendje van haar zoon dat die informatie over haar gezin met de moeder van het vriendje had gedeeld. Deze beide gebeurtenissen hebben geleid tot het onderzoek.

Verzoekster vond het heel erg dat haar zoontje nu van zijn vriendje had gehoord dat er sprake was geweest van een verzoek tot machtiging uithuisplaatsing. Voor die tijd wist hij dat niet, zij wilde hem niet ongerust maken. Daarnaast vond zij het ook vervelend dat zij een paar maanden geen begeleiding van Bureau Jeugdzorg heeft gehad maar dat de Bureau Jeugdzorg wel zonder haar daarbij te betrekken en daarover te informeren met andere hulpverleners over haar heeft gesproken.

De klacht over het niet bieden van begeleiding is getoetst aan het vereiste van professionaliteit. Omdat de hulpverleners wel contact met elkaar hebben gehad, en zo de situatie in de gaten bleven houden en verzoekster wel begeleiding van anderen kreeg, is de klacht ten aanzien van het niet bieden van directe begeleiding door Bureau Jeugdzorg niet gegrond. Wel is deze klacht gegrond voor zover verzoekster niet is geïnformeerd over de reden van het niet bieden van directe begeleiding. Over de klacht over het delen van persoonlijke informatie met een ander gezin, deze is getoetst aan het vereiste van behoorlijk overheidsoptreden dat grondrechten – waaronder het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer – moeten worden gerespecteerd, onthoudt de Nationale ombudsman zich van een oordeel. Het is niet duidelijk geworden wat er precies wel en niet is gezegd, de verklaringen staan tegenover elkaar.

Instantie: Bureau Jeugdzorg Haaglanden

Klacht:

verzoekster niet geïnformeerd over het uitblijven van directe begeleiding en de redenen daarvoor

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Bureau Jeugdzorg Haaglanden

Klacht:

begeleiding aan verzoeksters gezin uitgebleven

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Bureau Jeugdzorg Haaglanden

Klacht:

met een ander gezin over de situatie in verzoeksters gezin gesproken waardoor haar zoen te weten is gekomen dat er mogelijk een uithuisplaatsing zou komen

Oordeel:

Geen oordeel