Verzoeker kwam op 21 maart 2010 aan op luchthaven Schiphol en werd onderworpen aan de zogeheten 100%-controle.
Verzoeker klaagde erover dat een medewerker van de Belastingdienst/Douane West (de Douane) hem tijdens deze controle bij zijn arm had beetgepakt.
De Nationale ombudsman kon niet met zekerheid vaststellen of de douanemedewerker verzoeker hardhandig had beetgepakt. Wel stond vast dat deze medewerker verzoeker had aangeraakt tijdens de controle. De Nationale ombudsman overwoog dat in dit specifieke geval sprake was van een slechte sfeer tijdens de controle; verzoeker was geïrriteerd en schold. Onder deze omstandigheden kon een aanraking van een douanemedewerker zonder toestemming van de betrokkene naar het oordeel van de Nationale ombudsman escalatie in de hand werken. De Nationale ombudsman kwam tot de conclusie dat de douanemedewerker in strijd met het vereiste van professionaliteit had gehandeld.
Verzoeker klaagde er verder over dat de Douane bij de behandeling van zijn klacht over het voorval op 21 maart 2010 geen medepassagiers had gehoord, terwijl verzoeker erop had gewezen dat zij getuigen van het voorval waren.
Door verzoeker niet te vragen of hij namen en contactgegevens van getuigen kon verstrekken, had de Douane naar het oordeel van de Nationale ombudsman de mogelijkheid om deze getuigen te horen onvoldoende onderzocht. De Nationale ombudsman kwam tot de conclusie dat de Douane hiermee het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving had geschonden.