Nabij de woning van verzoeker en parkeerplaatsen werd een speelvoorziening geopend. Voordat de speelvoorziening werd geplaatst, waren omwonenden uitgenodigd ideeën en wensen aan te dragen. Verzoeker stelde voor ballenvangers om de speelvoorziening te plaatsen, maar hier werd geen gehoor aan gegeven. Na de opening van de speelvoorziening had verzoeker schade aan zijn auto en stelde de gemeente hiervoor aansprakelijk. Verzoeker klaagde bij de Nationale ombudsman en deze zond de klacht ter behandeling door aan de gemeente. De klacht over het niet aan de orde komen in de participatieprocedure van de wens over het plaatsen van ballenvangers werd gegrond verklaard. De gemeente erkende dat aan verzoeker duidelijker gemotiveerd had moeten worden waarom de gemeente had afgezien van het plaatsen hiervan. De gemeente bleef echter bij zijn standpunt niet aansprakelijk te zijn en plaatste ook niet alsnog de ballenvangers.
Verzoeker wendde zich opnieuw tot de Nationale ombudsman. De gemeente liet desgevraagd weten dat de schade door een derde was veroorzaakt en overal veroorzaakt zou kunnen worden. De gemeente had een en ander tegen elkaar afgewogen en was, gezien de aanwezigheid van een deugdelijke gesloten boarding rondom, ruime afstand tot de dichtbijzijnste parkeerplaats en mogelijke klachten over ballenvangers, tot de conclusie gekomen dat zij voldoende aan haar zorgplicht had voldaan.
Tenslotte liet de gemeente nog weten dat sinds de opening van de speelvoorziening in juli 2010, er bovengemiddeld veel van het terrein gebruik was gemaakt, en de gemeente geen nieuwe schademeldingen meer had ontvangen.
Naar het oordeel van de Nationale ombudsman stelde de gemeente zich terecht op het standpunt dat zij met het plaatsen van een gesloten boarding rond de speelvoorziening voldoende maatregelen had genomen om de kans op schade door spelende kinderen zoveel mogelijk te beperken. Van een gemeente kan niet verwacht worden dat zij zodanige maatregelen neemt dat het veroorzaken van schade door spelende kinderen geheel wordt uitgesloten. Bovendien kan een gemeente niet aansprakelijk worden gehouden voor het gedrag van kinderen. Primair blijven veroorzakers, cq de ouders aansprakelijk voor eventuele schades.
Tenslotte hadden omwonenden de mogelijkheid om de kans op schade aan hun auto te beperken door deze eventueel elders te parkeren dan nabij de speelvoorziening. De gemeente faciliteerde wijkbewoners en hun kinderen en had hierin rekening gehouden met ieders belangen. De gemeente had deze beslissing tevens voldoende gemotiveerd. De onderzochte gedraging is behoorlijk.
