2011/145: Gemeente wekt schijn van partijdigheid bij burenconflict

Rapport

Verzoeker klaagt over de wijze van handhaving. Het gemeentebestuur zou zich vooringenomen hebben opgesteld in de conflicten die verzoeker met zijn overbuurman heeft. Verzoeker heeft door de handelwijze van de gemeente het gevoel gekregen dat alles moest wijken voor de belangen van zijn overbuurman en dat het er op leek dat er een verbond was tussen de gemeente – in de persoon van de voormalige burgemeester – en de overbuurman.

Om een oordeel te kunnen geven over de vraag of het gemeentebestuur het verbod van vooringenomenheid heeft geschonden dient onderscheid te worden gemaakt tussen de subjectieve en de objectieve toetsing van vooringenomenheid. De Nationale ombudsman oordeelde dat de vraag of het gemeentebestuur werkelijk vooringenomen is geweest - de subjectieve toetsing - ontkennend dient te worden beantwoord. Het is de Nationale ombudsman niet gebleken dat er een niet verklaarbaar verschil is geweest in het handhavend optreden van de gemeente jegens verzoeker en diens overbuurman.

Wat betreft de objectieve toetsing - of de vrees redelijkerwijs gerechtvaardigd is dat een ambtenaar of overheidsinstantie vooringenomen is – oordeelde de Nationale ombudsman dat deze vraag bevestigend dient te worden beantwoord. De gemeente heeft naar het oordeel van de Nationale ombudsman onvoldoende gedaan om de schijn van partijdigheid bij verzoeker te voorkomen of weg te nemen. De klacht werd daarom gegrond geacht.

Ten overvloede merkte de Nationale ombudsman op dat het begrijpelijk is als in een kleine gemeente bij publieke optredens en in publicaties aandacht wordt besteed aan een succesvolle onderneming binnen de gemeente. De aandacht die hierdoor wordt gegenereerd kan immers een positieve uitstraling hebben. Dergelijke promotionele activiteiten brengen echter ook risico's met zich mee. Van de gemeente mag een bijzondere inspanning worden gevergd om de schijn van partijdigheid te vermijden.

Instantie: Gemeente Voerendaal

Klacht:

vooringenomen opstelling waarin de gemeente weigert stelselmatig handhavend op te treden tegen vergunningplichtige activiteiten van verzoekers overbuurman, terwijl aan verzoeker een vergunning wordt geweigerd

Oordeel:

Gegrond