Verzoeker heeft in 2002 een stuk grond met water gekocht van Y. Jaren later stelt Y zich op het standpunt dat het Kadaster een fout heeft gemaakt, waardoor er meer water zou zijn overgedragen dan dat er was verkocht. Y heeft zich daarover beklaagd bij het Kadaster. Het Kadaster heeft hier onderzoek naar gedaan. Bij dit onderzoek heeft het Kadaster, volgens verzoeker, een aantal fouten ten aanzien van verzoeker gemaakt. Deze fouten zijn samengebracht in drie klachtonderdelen.
Ten eerste zou in het verslag van de hoorzitting niet de door verzoeker ingediende zienswijze zijn opgenomen. Ten tweede zou het Kadaster afspraken hebben gemaakt met Y, die, indien het Kadaster de zienswijze van verzoeker had meegenomen, niet hadden mogen worden gemaakt. Ten derde zou het Kadaster verzoeker onvoldoende hebben geïnformeerd bij het onderzoek naar de klacht van Y.
Alle klachtonderdelen zijn gegrond. Omdat in het verslag van de hoorzitting ook andere zaken zijn vermeld, die niet ter zitting zijn gezegd, had de zienswijze van verzoeker ook moeten worden opgenomen. Ook drie van de vier gemaakte afspraken hadden niet mogen worden gemaakt nu het Kadaster op de hoogte was van het standpunt van verzoeker. Tot slot is ook de informatieverstrekking naar verzoeker onvoldoende geweest.
Het vereiste van administratieve nauwkeurigheid;
Het redelijkheidvereiste;
Het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking.