Verzoeksters dochter stond ruim twee jaar onder toezicht van Bureau Jeugdzorg. Zij verbleef bij de ex-partner van verzoekster. Tijdens deze periode werden de contacten tussen de gezinsvoogd en verzoekster, haar ex-partner en haar dochter, in een contactjournaal vastgelegd.
Verzoekster klaagt erover dat Bureau Jeugdzorg zonder haar toestemming een afschrift van delen van het contactjournaal over haar contacten met Bureau Jeugdzorg aan haar ex-echtgenoot heeft verstrekt. Ook klaagt ze erover dat haar klacht door Bureau Jeugdzorg ongegrond is verklaard zonder dat voldoende hoor en wederhoor is toegepast.
De Nationale ombudsman acht het niet aannemelijk dat Bureau Jeugdzorg de stukken uit het contactjournaal aan verzoeksters ex-echtgenoot heeft verstrekt. Uit het contactjournaal komt dit niet naar voren en de betrokken gezinsvoogd liet weten dat verzoeksters ex-echtgenoot weliswaar had aangekondigd stukken te willen opvragen maar dit uiteindelijk niet had gedaan en dus ook geen stukken uit het contactjournaal had ontvangen. De klacht mist dan ook feitelijke grondslag.
De Nationale ombudsman acht het in dit geval, nog los van het recht op hoor en wederhoor, van belang voor het herstel van vertrouwen tussen klagers en Bureau Jeugdzorg dat een hoorzitting plaats vindt bij de behandeling van de klacht. Daarnaast had Bureau Jeugdzorg verzoekster van te voren dienen te informeren dat haar ex-echtgenoot als informant bij de klachtbehandeling zou worden betrokken.
Klachtbehandeling in strijd met vereiste van hoor en wederhoor
