2010/304: Klacht over vooringenomenheid Staatsbosbeheer bij beslissingen over landgoedbeheer

Rapport

Verzoeker klaagt er over dat de met het beheer van een landgoed belaste medewerker van Staatsbosbeheer een aantal beslissingen heeft genomen die de belangen van verzoeker, als eigenaar van een recreatiebungalow, hebben geschaad, terwijl deze beslissingen wel ten gunste waren van de eigenaar van het op het landgoed gelegen hotel.

Kort na de overdracht van het landgoed, eind 2005, ontstonden er verschillen van inzicht tussen de eigenaren van de recreatiebungalows op het landgoed en Staatsbosbeheer als beheerder. In de loop van de jaren zijn deze verschillen opgelost, maar verzoeker achtte de handelwijze van de medewerker zodanig dat hij daar een klacht over indiende. Toen de klacht niet naar tevredenheid was afgehandeld, wendde hij zich tot de Nationale ombudsman.

De Nationale ombudsman overwoog dat verzoeker, met de voorbeelden die door hem zijn aangedragen, de betrokken medewerker vooringenomenheid verweet en het belang van de hoteleigenaar op het landgoed zou hebben laten prevaleren boven dat van de bungaloweigenaren. De door verzoeker aangedragen voorbeelden waren naar het oordeel van de Nationale ombudsman echter niet voldoende om daaruit te concluderen dat het verbod van vooringenomenheid was geschonden.

De klacht was niet gegrond.

Instantie: Staatsbosbeheer

Klacht:

Belangen van verzoeker als eigenaar van een recreatiebungalow geschaad bij het nemen van beslissingen omtrent het beheer van het terrein.

Oordeel:

Niet gegrond