Verzoeker is slachtoffer geworden van identiteitsfraude. Door fouten van justitie en politie heeft hij geruime tijd als veroordeeld drugscrimineel en harddruggebruiker te boek gestaan, zie daarover (herzien) rapport 2009/199.
Verzoeker en zijn echtgenote klagen over de wijze waarop de Belastingdienst/FIOD-ECD ten aanzien van hen is opgetreden in verband met de strafrechtelijke antecedenten die ten onrechte op verzoekers naam stonden.
De Nationale ombudsman vindt dat de Belastingdienst bij een huiszoeking die op 6 oktober 2003 bij verzoekers werd verricht, in strijd handelde met het evenredigheidsbeginsel door zogeheten wapendragers in te zetten. Het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Justitie ontkenden dat de criminele antecedenten, die ten onrechte waren geregistreerd, een rol hadden gespeeld bij de inzet van die wapendragers. Volgens de Nationale ombudsman was hetgeen de ministeries op dit punt naar voren hebben gebracht niet aannemelijk. De Nationale ombudsman acht de klacht op dit punt gegrond.
Verzoekers klaagden er tevens, meer in het bijzonder, over dat de Belastingdienst verzoekers administratie, die in beslag was genomen, pas na lange tijd en onder druk van een kort geding volledig heeft teruggegeven. De Nationale ombudsman onthoudt zich van een oordeel over deze klacht.
Verzoekers klaagden er verder nog over dat de Belastingdienst aan andere instanties (in het buitenland) onjuiste informatie over verzoeker had verstrekt. En dat de Belastingdienst een officiële klacht, die zij over de gang van zaken hadden ingediend, niet inhoudelijk in behandeling had genomen. De Nationale ombudsman acht de klacht op die twee punten niet gegrond.
