Verzoeker en een arbeidsdeskundige van het UWV beschuldigen elkaar over en weer van intimiderend gedrag tijdens een gesprek na een herkeuring. Mede naar aanleiding van dat voorval legt het UWV ruim drie maanden later aan verzoeker een belverbod op. De aankondiging van dat verbod stond 'verstopt' in een enkele zin in een gewone WAO-beslissing. Verzoeker kwam er pas achter toen hij later bij het UWV een klacht indiende.
Verzoeker klaagt over het uiten van beschuldigingen en intimiderend gedrag van een arbeidsdeskundige, het beëindigen van een telefoongesprek door een medewerker van het UWV door de hoorn op de haak te gooien, het opleggen van het belverbod en het niet toepassen van het beginsel van hoor en wederhoor in de klachtprocedure.
De zaak draait feitelijk om het aan verzoeker opgelegde belverbod. De oorspronkelijke woordenwisseling tijdens de herkeuring was in ieder geval geen aanleiding om een klacht in te dienen of om direct al een belverbod op te leggen. Het belverbod werd zonder nadere toelichting opgelegd en verzoeker kreeg niet de gelegenheid om zich daartegen te verweren.
Ten aanzien van:
- het intimiderend gedrag: - vereiste van professionaliteit - niet gegrond;
- het beëindigen van het telefoongesprek: - vereiste van correcte bejegening - gegrond;
- het opgelegde belverbod: - beginsel van fair play - gegrond;
- het niet toepassen van hoor en wederhoor: - vereiste van hoor en wederhoor - gegrond
Individuele aanbeveling: neem het opgelegde belverbod in heroverweging.
Structurele aanbeveling: vermeld bij het opleggen van een contactverbod de duur en de reden van het verbod en gebruik daarvoor een afzonderlijke beslissing of een duidelijke alinea met een 'kopje'.
