Verzoekster is een naamloze vennootschap. Zij verzoekt de Belastingdienst in 2006 de aanslag vennootschapsbelasting over 2000 ambtshalve te verminderen. De Belastingdienst weigert hieraan tegemoet te komen en stelt dat in 2002 met verzoekster een compromis is gesloten over de aanslag 2000. De aanslag is vastgesteld conform het compromis. Dit compromis staat, aldus de Belastingdienst, aan ambtshalve vermindering in de weg.
Verzoekster klaagt over de weigering van de Belastingdienst. Zij stelt dat geen compromis tot stand is gekomen en dat in 2002 alleen een afspraak is gemaakt over de verwerking van een aantal correcties die het resultaat waren van een ingesteld boekenonderzoek door de Belastingdienst.
De Nationale ombudsman overweegt dat geen sprake is van een vaststellingsovereenkomst waarin het door de Belastingdienst gestelde compromis is vastgelegd. Derhalve zal langs andere weg moeten worden vastgesteld of partijen hadden bedoeld een compromis te sluiten over de aanslag 2000. Nu verzoekster dit ontkent, kan daarvan alleen sprake zijn indien dit onmiskenbaar volgt uit de feiten en omstandigheden. De Nationale ombudsman komt tot de conclusie dat uit de feiten en omstandigheden niet kan worden geconcludeerd dat een compromis over 2000 is gesloten.
De Nationale ombudsman oordeelt dat de Belastingdienst het vereiste van rechtszekerheid heeft geschonden door de ambtshalve vermindering te weigeren op grond van de afspraak uit 2002 en acht de klacht gegrond.
De Nationale ombudsman doet de aanbeveling het verzoek om ambtshalve vermindering opnieuw in behandeling te nemen.