In het kader van de actie "Aanpak Illegale Hotels" meldde zich een team van acht ambtenaren bij verzoeker voor de controle van twee verhuurde woningen in Amsterdam. Het team bestond uit een medewerker van de Dienst Wonen van de gemeente Amsterdam, drie medewerkers van Stadsdeel Oud Zuid, twee medewerkers van de Belastingdienst/Amsterdam en twee politieagenten. De te bezoeken adressen werden geselecteerd door de gemeente Amsterdam. In het geval van verzoeker werd volgens de Belastingdienst besloten om aan het controlebezoek te participeren, omdat volgens de gegevens van de Kamer van Koophandel op die adressen een Bed and Breakfast werd uitgeoefend. Daarom bestond volgens de Belastingdienst een feitelijke aanleiding voor het controleren van fiscale gegevens. Doordat de medewerkers van de Belastingdienst, toen het team geen toestemming kreeg van verzoeker om de woningen binnen te gaan, vervolgens zijn aanbod afsloegen om op zijn kantoor de gegevens te komen inzien, afsloegen, kreeg verzoeker de indruk dat zij slechts deelnamen aan de actie om de medewerkers van de gemeente Amsterdam toegang te verschaffen tot de woningen. Hij diende hierover een klacht in bij de Belastingdienst en vervolgens bij de Nationale ombudsman.
De gang van zaken tijdens de actie bij verzoeker en het feit dat de Belastingdienst tijdens het onderzoek van de Nationale ombudsman slechts algemene informatie gaf over de samenwerking met de gemeente Amsterdam bij de actie "Aanpak Illegale Hotels" wekte volgens de Nationale ombudsman inderdaad de indruk dat de Belastingdienst niet zozeer om een specifieke reden bij een bepaald adres een controle wilde doen, als wel dat de Belastingdienst in het kader van de gezamenlijke actie met de medewerkers van de gemeente "meeliep". De Nationale ombudsman overwoog dat de schijn was ontstaan dat de medewerkers van de Belastingdienst aan de actie jegens verzoeker deelnamen om toegang tot de woning te verschaffen ten behoeve van de medewerkers van de gemeente Amsterdam. Het verbod van misbruik van bevoegdheid impliceert dat niet de schijn wordt gewekt dat van een bevoegdheid gebruik wordt gemaakt voor een ander doel dan waartoe die bevoegdheid is gegeven. De Nationale ombudsman concludeerde dat er was gehandeld in strijd met het verbod van misbruik van bevoegdheid.