In het onderhavige geval gaat het om het probleem van de heer Hendriks (dit is een gefingeerde naam) die te maken had met in totaal zes instanties, waaronder vijf overheidsinstanties en een hotel.
Aanleiding hiertoe was een door het Centraal Justitieel Incasso Bureau te Leeuwarden (CJIB) op 21 november 2002 aan de heer Hendriks verzonden beschikking. Volgens deze beschikking zou de heer Hendriks op 5 november 2002 om 16.30 uur in de Brandenstraat te Made (gemeente Drimmelen) een verkeersovertreding hebben begaan (te weten: als bestuurder een met witte strepen gemarkeerd deel van de weg (een zogenaamd verdrijvingsvlak) gebruiken). De complicerende factor in dit verhaal was de omstandigheid dat de heer Hendriks op 5 november 2002 was verhuisd van zijn woonplaats Tilburg in Nederland naar het plaatsje X in België. Hoewel de heer Hendriks zijn verhuizing op 5 november 2002 heeft doorgegeven aan de gemeente Tilburg stuurt het CJIB de initiële beschikking en de daaropvolgende stukken naar het voormalige adres in Tilburg van de heer Hendriks. Een aantal stukken bereiken de heer Hendriks nog wel doordat hij gebruik heeft gemaakt van de doorzendservice van TNT post. Het doorzenden van post vindt plaats in de maanden november tot en met december 2002 en stopt daarna met alle gevolgen van dien.
De heer Hendriks is gedurende zes jaar, zij het met tussenpozen, geconfronteerd met de door hem betwiste verkeersovertreding. In de loop van die zes jaar heeft de heer Hendriks te maken met het CJIB, de officier van justitie te Middelburg en de officier van justitie te Breda (ook: Openbaar Ministerie of parket Middelburg), de RDW Dienst Wegverkeer (hierna: de RDW), de gemeente Tilburg (hierna: de gemeente), het regionale politiekorps Twente (hierna: politie Twente) en het Eden Dish Hotel te Enschede (hierna: het Dish Hotel).
De centrale vraag in deze casus heeft betrekking op de registratie van het nieuwe adres van de heer Hendriks in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Tilburg en de gegevens die het CJIB en het OM uit die basisregistratie bij een adresverificatie verkrijgen. Alle overige ervaringen en contacten van de heer Hendriks met de politie, het hotel en de Nationale ombudsman zijn hiervan een direct of indirect gevolg en komen in dit onderzoek ook aan de orde.
Het rapport bevat een overzicht van het onderzoek naar deze casus. Het persoonlijk verhaal beschrijft vanuit het perspectief van de heer Hendriks de problemen die hij heeft ervaren. Daarna komen de belangrijkste knelpunten rond de registratie van het adres van de heer Hendriks en zijn opsporing aan bod. Deze knelpunten zijn door de betrokken instanties (het CJIB, de RDW, de politie Twente, het OM en de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (hierna: de CVOM), het Hotel en de gemeente) gezamenlijk geformuleerd . Tevens is de feitelijke gang van zaken in een stappenschema in beeld gebracht; dit stappenschema is als bijlage 1 bij het rapport gevoegd. Ten slotte komen de actiepunten waaraan de betrokken instanties zich hebben gecommitteerd aan bod.