Verzoekster is sinds jaren bijstandsgerechtigde, heeft geen arbeidsverleden en is (in ieder geval vanaf april 2006) ontheven van de arbeidsverplichtingen van de WWB om sociale en psychische redenen. De ontheffing was laatstelijk verleend tot 21 december 2007. In november 2007 ontving zij een brief van een re-integratiebureau waaruit bleek dat zij daar door de gemeente was aangemeld voor een traject. In het gesprek dat ze vervolgens op 13 december 2007 had met een medewerker van dat bureau en van de gemeente gaf ze onder meer aan dat zij nog niet in staat was te werken. Er werd een afspraak gemaakt voor een vervolggesprek, dat later door verzoekster werd afgezegd.
Verzoekster klaagde erover dat de gemeente haar bij een re-integratiebureau had aangemeld voordat de termijn was verstreken waarvoor ontheffing was verleend en voordat getoetst was of zij al dan niet voor verlenging van de ontheffing in aanmerking kwam.
Als de termijn is verstreken waarvoor ontheffing is verleend van de arbeidsverplichtingen, dient er een nieuwe beslissing te worden genomen: óf tot het verlenen van ontheffing óf tot re-integreren. Om die beslissing te kunnen nemen, moet worden beoordeeld wat de recente situatie van betrokkene is. Uit onderzoek bleek dat er in casu een beoordeling aan de beslissing vooraf was gegaan en dat die mede was gebaseerd op een medisch onderzoek uit 2005. Na 2005 was er echter nog informatie door behandelend psychiater en psycholoog verstrekt op basis waarvan besloten was tot (verlenging van) ontheffing.
Op het moment waarop de termijn was verstreken, was er geen recente objectieve informatie van een deskundige voorhanden over verzoeksters situatie. Gezien die omstandigheid en gezien het feit dat verzoekster sinds 2006 van arbeidsverplichtingen was ontheven om psychische redenen, kon de gemeente, aldus de Nationale ombudsman, niet zonder advies van een onafhankelijke deskundige over de actuele medische situatie van verzoekster een beslissing (tot re-integratie of ontheffing) nemen. Bovendien had de gemeente, door verzoekster voor het verlopen van de termijn van ontheffing aan te melden bij het re-integratiebureau, ook onvoldoende rekening gehouden met de effecten die dat redelijkerwijze en menselijkerwijze zou kunnen hebben op verzoekster.
De gemeente handelde in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving.
Ander klachtonderdeel: afhandeling van de klacht over het gesprek van 13 december 2007
