Verzoeker is verwikkeld in een langslepende burenruzie. Hij klaagt ervoer dat de wijkagent te weinig actie heeft ondernomen om er voor zorg te dragen dat deze ruzie niet verder zou escaleren. Tevens klaagt hij ervoer dat de wijkagent aangifte heeft gedaan van belediging, verzoeker heeft in een telefoongesprek met een collega van de wijkagent deze een lapzwans genoemd. Verzoeker is hiervoor vervolgd en door de rechter vrijgesproken.
De Nationale ombudsman oordeelt dat de politie zich voldoende heeft ingespannen met betrekking tot de burenruzie. Gezien echter de uitlatingen van de wijkagent in diverse mutaties wordt geoordeeld dat het verbod van vooringenomenheid is geschonden, wegens het opwekken van ten minste de schijn van partijdigheid. De klacht ten aanzien van de aangifte van belediging door de wijkagent is gegrond wegens scyhending van het vereiste van professionaliteit.