2009/034

Rapport

Verzoekster, een beheermaatschappij, was met de Belastingdienst in onderhandeling over een te sluiten vaststellingsovereenkomst. Deze vaststellingsovereenkomst zou betrekking hebben op de belastingheffing van de herinvesteringsreserves die in de jaren 1999 tot en met 2001 waren gevormd door en aantal van de door verzoekster beheerde besloten vennootschappen. Omdat verzoekster zich volgens de Belastingdienst tijdens de onderhandelingen niet aan de gestelde voorwaarden had gehouden, beëindigde de Belastingdienst de onderhandelingen eenzijdig. De Belastingdienst voerde daarvoor tevens aan dat de onderhandelingen door toedoen van verzoekster te lang duurden. Na een klacht hierover van verzoekster bood de Belastingdienst verzoekster alsnog de gelegenheid een door de Belastingdienst aangepaste tekst voor de vaststellingsovereenkomst te accepteren. Ruimte voor vragen of overleg bood de Belastingdienst echter niet meer.

Verzoekster klaagde over de handelwijze van de Belastingdienst. Zij wees er op dat de door de Belastingdienst aangebrachte wijzigingen in de tekst onduidelijkheden bevatte en dat daarin een onjuistheid voorkwam.

De Nationale ombudsman overwoog dat het begrijpelijk was dat de Belastingdienst de duur van de onderhandelingen wilde beperken. De Nationale ombudsman overwoog voorts echter dat de Belastingdienst er bij de aan verzoekster geboden keus de overeenkomst te accepteren of niet te gemakkelijk van uitging dat er na acceptatie door verzoekster ook wilsovereenstemming tussen hen zou bestaan in de zin dat partijen precies zouden weten welke rechten en verplichtingen voor elk van hen beiden uit de overeenkomst zouden voortvloeien. De Nationale ombudsman oordeelde dat het op de weg van de Belastingdienst had gelegen verzoekster een laatste gelegenheid te bieden op de tekst te reageren, en eventueel een fatale termijn te stellen voor het totstandkomen van de vaststellingsovereenkomst.

De Nationale ombudsman concludeerde dat de klacht gegrond was wegens schending van het redelijkheidsvereiste.

De Nationale ombudsman deed de aanbeveling verzoekster alsnog de gelegenheid te bieden binnen een vooraf vastgestelde termijn de voor de wilsovereenstemming noodzakelijke duidelijkheid te verkrijgen.

Instantie: Belastingdienst/Randmeren

Klacht:

De keus gelaten om de door hen opgestelde tekst van de vaststellingsovereenkomst te accepteren of af te wijzen.

Oordeel:

Gegrond